Tussenkomst Bruno De Lille bij de Beleidsverklaring van de Brussele Regering

Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, dames en heren ministers,

Ik ben nu bijna 18 jaar geleden in Brussel komen wonen. Eerst samen met mijn lief op een klein appartementje maar al snel zijn we beginnen zoeken naar een huis om te kopen. Eerst naar een groot huis met een grote tuin. Dan naar een huis met een beetje tuin. En uiteindelijk hebben we geen grote maar wel een fijne woning gevonden. Zonder tuin. Maar met een terras (terrasje).

We dachten oorspronkelijk dat we meteen in het huis zouden kunnen trekken. Maar al gauw bleek dat we misschien toch beter eerst wat gingen verbouwen. Het is verbazingwekkend wat je allemaal achter een vals plafond en wat linoleum kunt wegsteken. En dus zochten we een architecte die ons hele mooie plannen tekende.

En dat, beste collega’s, hoopte ik vandaag eigenlijk te krijgen. Concrete plannen over hoe we de Brusselse problemen gaan aanpakken. Maar goed, dat was dus ijdele hoop. Het was eerder een toespraak in het genre van “We geven even wat goed nieuws mee en dan gaan we verder met de orde van de dag. ”

Mijnheer de minister-president, het klopt dat mensen niet zitten te wachten op “nog een speech” zoals een collega van u het noemde. Zeker niet als het holle woorden blijken te zijn. Ze zitten wel te wachten op een regering die de Brusselse problemen aanpakt. En ze zouden ook graag weten hoe dat zal gebeuren. Zodat ze iets hebben om naar uit te kijken. Maar die toespraak hebben we niet gekregen, die plannen hebt u niet laten zien. U komt mij een huis verkopen waarvoor u zelfs de bouwgrond nog niet hebt.

Hoe gaan we de ontstellend grote armoede aanpakken?
En hoe maken we Brussel aangenaam en leefbaar voor iedereen?
Daar zou u mee bezig moeten zijn. Daar willen de Brusselaars een antwoord op krijgen.

Maar helaas, nooit horen we: “over 5 jaar staat het zo met de werkeloosheid, heeft iedereen een degelijke huisvesting, is het onderwijs voor de Brusselaars op niveau, halen we de Europese normen voor luchtkwaliteit en garanderen we iedereen een vlotte mobiliteit.” Niets daarvan. U doet maar wat. Maar beginnen bouwen zonder plan en zonder richting is een zeer slecht idee, meneer de minister-president. Dat heeft de koterijen opgeleverd waar België zo vol van staat. Creatief (soms) maar wel spuuglelijk.

Ik overloop even wat we missen. Zometeen heb ik het over het aangenaam en leefbaar maken van Brussel voor iedereen, maar ik begin met uw aanpak van de armoede in ons Gewest.

Wat is er nodig om mensen uit de armoede te halen?
Goede huisvesting, goed onderwijs en een goede job.

Bekijken we uw huisvestingsbeleid, dan zien we heel wat wijzigingen ivm de woonfiscaliteit. Zo wordt de woonbonus afgeschaft. Vorig jaar legden wij u al uit dat dat een goede zaak zou zijn omdat die vooral ten goede komt van de grootste inkomens, mensen die het niet nodig hebben. Maar toen kregen we hier van de meerderheid nog te horen dat het een catastrofe zou zijn voor Brussel mocht de woonbonus afgeschaft worden.

Het doet me dan ook veel plezier te merken dat onze minister-president nu met veel enthousiasme én met overname van onze argumenten, uitlegt waarom de woonbonus moet verdwijnen. Wij vroegen echter niet alleen dat de woonbonus zou verdwijnen, maar ook dat het vrijgekomen geld op een eerlijke manier terug in de woonmarkt gepompt zou worden.

Alleen doet u dat niet. U steekt een deel van de opbrengst in eigen zak. U verlaagt wel de registratierechten maar het bedrag dat mensen verliezen door de afschaffing van de woonbonus is veel hoger. Eigenlijk voert u hier een belastingsverhoging uit. En u investeert dat geld helemaal niet om bv. extra sociale woningen te voorzien of om wonen voor de armsten meer betaalbaar te maken.

De armste Brusselaars dreigen zelfs meermaals te verliezen. De verhoging van de onroerende voorheffing zal onvermijdelijk voor een stijging van de huurprijzen zorgen. Die stijging wordt voor de laagste inkomens echter niet gecompenseerd door de nieuwe belastingverlagingen, aangezien zij vrijgesteld zijn van de gewestbelasting van 89 euro (vergeet niet: het gaat hier over bijna een derde van de Brusselse huishoudens), aangezien zij ook zeer weinig of geen agglomeratiebelasting betalen en bovendien als huurders niet kunnen genieten van de premie van 120 euro voor de huizenbezitters.

Momenteel staan er rond de 40.000 gezinnen op een wachtlijst voor een sociale woning. En dan nog zijn er een heleboel gezinnen die wel in aanmerking zouden komen, maar zich niet eens hebben ingeschreven of ontmoedigd door het lange wachten hebben afgehaakt.

Al die mensen moeten noodgedwongen aankloppen op de private huurmarkt met zijn hoge huurprijzen. Heel wat gezinnen besteden zo een onaanvaardbaar groot deel van hun inkomen aan huur. De huurtoelage staat echter nauwelijks verder dan het proefproject dat de vorige regering heeft opgestart. U maakt nu de belofte om dit volgend jaar echt in te voeren. Maar hoe? Alleen voor de groepen uit het proefproject of, zoals zou moeten, voor iedereen die het nodig heeft? Waarom laat u hier het achterste van uw tong niet zien?

Iemand met een slecht karakter zou zeggen dat u heel erg inzet op het aantrekken van middenklasse, maar dan wel ten koste van de vele Brusselse armen. Waar gentrificatie vroeger een ongewenst neveneffect was van sommige projecten, begint u dit nu bijna doelbewust als instrument te gebruiken. Het lijkt alsof u nieuwe bewoners voor uw huis zoekt en de vroegere bewoners verjaagt naar het achterhuis dat op instorten staat.

Dat is niet sociaal, dat is niet rechtvaardig, dat is niet “juste” zoals de minister-president het uitdrukte …
Nee, dat is Brussel onwaardig.

Goed onderwijs dan, een tweede belangrijke maatregel in de strijd tegen armoede. En daar kan ik kort over zijn. Daar valt niets over te zeggen. Lang geleden dat we trouwens nog eens iets van het overlegplatform mochten horen. Nochtans hebt u een specialist ter zake aan boord gehaald dus ik had veel actie verwacht. Maar nee.

Ik stel opnieuw vast dat de vorige regering nog probeerde de grenzen van wat ze op onderwijsvlak mocht doen, te verleggen. Omdat het nodig was. Maar dat deze regering gewoon passief kijkt naar wat de Vlaamse en Franse Gemeenschap doen. Of vooral niet doen. De kloof tussen wat nodig is – voldoende, kwaliteitsvolle en meertalige scholen – en dat waarmee we uiteindelijk tevreden moeten zijn – er komen toch wat plaatsen bij – is gigantisch.

Zorg dat er plaatsen zijn, dat ons onderwijs kwaliteitvol is en maak dat onze jongeren meertalig afstuderen. Zolang dat niet het geval is, zullen we in de Brusselse paradox van ‘rijk gewest, arme inwoners’ blijven hangen.

Goede jobs en een goede begeleiding naar werk dan?

Op het vlak van werk klinkt het hoera-verhaal luid. En het klopt dat de sterren gunstig staan. Het werkloosheidscijfer en het aantal faillissementen daalt. Het zijn indicaties dat de economie aantrekt. De vraag is dan of dit de verdienste van Brussel is. Het aantal werklozen op jaarbasis daalt in elk geval in alle drie de gewesten en Brussel blijft nog steeds mijlenver achter Vlaanderen en zelfs Wallonië aanhinken. We zien ook dat de tewerkstellingsgraad in het BHG eigenlijk niet stijgt en blijft schommelen rond een schamele 54%.

U stelt zeer trots dat de werkgelegenheidsgraad bij jongeren met 7% is toegenomen. Maar dat blijkt niet uit de cijfers van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid van Actiris, BISA en BelStat. Integendeel. Bij de jongeren zien we na twee kwartalen in 2015 zelfs een daling tegenover vorig jaar (14,95% tov 15,85%). Dat is de realiteit!

Met andere woorden – en dat blijkt ook uit een antwoord van minister Gosuin aan mij – de daling van de werkloosheid komt vooral door mensen uit te sluiten. Volgens minister Gosuin zou een vierde van de daling van de werkloosheid te wijten zijn aan mensen die uitgesloten zijn van inschakelingsuitkeringen. En dat is volgens mij nog een erg voorzichtige raming als ik deze cijfers zie. Het aantal NEET-jongeren (not in education, employment or training) blijft dan ook schrikbarend hoog.

De globale cijfers tonen bovendien een opmerkelijke en zorgwekkende evolutie, een evolutie waarvoor Groen trouwens al verschillende keren gewaarschuwd heeft: de aandacht die er is voor de jonge werkzoekenden gaat namelijk ten koste van de ouderen: er is een aanhoudende en aanzienlijke stijging van de niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder te zien.

De jonge Brusselaars mogen meebouwen aan uw huis, de 50-plusser zijn blijkbaar niet welkom. Maar een aanpak waarbij de aandacht voor de ene doelgroep ten koste gaat van een andere doelgroep, kost alleen maar veel geld maar levert geen echt resultaat op. We herhalen dan ook onze vraag naar meer begeleiders zodat er een aanpak op maat van elke werkzoekende kan gemaakt worden.

Wat betreft Gelijke Kansen en Werk is er ook weinig reden tot vreugde. We scoren niet alleen zeer slecht bij 50-plussers. Ons Gewest scoort ook nog altijd bijzonder slecht in de tewerkstelling van mensen van buitenlands herkomst. De rol van discriminatie hierin wordt keer op keer bevestigd door wetenschappelijk onderzoek. En het regeerakkoord was dan ook duidelijk: men zou die discriminatie aanpakken. Intussen hoor ik u daar veel minder over.

Heeft de regering eigenlijk al iets gedaan aan discriminatie bij aanwerving? Wij blijven pleiten voor een totaalaanpak met sensibilisering, preventie en positieve aanmoediging maar ook met plaats voor controle en bestraffing. Ik herhaal dus nog eens mijn vraag naar de invoering van praktijktests waarvoor Groen samen met ECOLO een voorstel doet. Jammer genoeg blijft de actie van de regering momenteel beperkt tot het praten over het probleem.

Mijn collega Arnaud Verstraete zal het nog verder over die aanpak van de armoede hebben als hij zometeen het GGC-luik van uw regeerverklaring bespreekt. Ik ga verder met de tweede grote uitdaging: het leefbaar maken van Brussel voor iedereen.

Minister Van Hengel had de afgelopen weken en dagen de mond vol over al de middenklasse gezinnen die hij in Brussel ging houden of naar Brussel ging lokken. Het is een echte liberaal natuurlijk, hij denkt dat alles om geld draait. En we zullen niet ontkennen dat er in de voorstellen voor de Brusselse taks-shift een aantal aantrekkelijke zaken staan voor de middenklasse. Maar waar het uiteindelijk om draait, is de levenskwaliteit in de stad.

Ik ken verschillende gezinnen die, ongeveer op hetzelfde moment als ikzelf, een huis of een appartement gekocht hebben in Brussel. En die nu, amper 10 jaar later, vertrokken zijn. Vaak toen ze kinderen kregen. Want als je kinderen krijgt, dan ga je de stad op een andere manier zien. Gezonde lucht, groene ruimte en speelruimte in de buurt, voldoende kinderopvang, voldoende scholen, veilige straten, goed functionerend openbaar vervoer, … dat wordt dan allemaal heel belangrijk. Het waren dingen die ze niet of onvoldoende vonden in Brussel. En dus trokken ze weg. Ik denk niet dat die 89 euro per jaar er voor zal zorgen dat die gezinnen zullen blijven.

Eigenlijk doet u hetzelfde als de verkoper van mijn huis die ons snel een leuk huis verkocht. Maar het valse plafond verborg brandschade en onder het linoleum bleek de houten vloer rot te zijn. Ik had het geluk dat ik mijn huis zelf onder handen kon nemen. Maar een stad pak je als inwoner niet zelf aan. Daar moet de overheid voor zorgen. En dat doet u niet.

Neem nu de luchtvervuiling. De afgelopen dagen konden we het ene artikel na het andere lezen over de nefaste impact van fijn stof en vervuilde lucht op onze gezondheid, op de gezondheid van onze kinderen en zelfs op de gezondheid van baby’s in de buik van hun moeder. Maar onze regering komt nauwelijks in actie.

Of neem de opwarming van de aarde. Het lijkt soms alsof Brussel denkt dat die aan haar zal voorbijgaan.

Er beweegt ook veel te weinig op het vlak van ecofiscaliteit. De shift wordt nu nog maar een keer aangekondigd, maar u stelt meteen zoveel voorwaarden dat we er duidelijk niet al te veel van moeten verwachten.

De milieu-uitdagingen zijn gigantisch, het antwoord van deze regering is helaas ondermaats. Mijn collega Annemie Maes zal hier straks nog verder op doorgaan.

U hebt in uw regeerverklaring aangekondigd dat u een aantal grote werven zou aanpakken. Door een gecoördineerde totaalaanpak zouden die dan zorgen voor een nieuwe dynamiek die het hele gewest mee omhoog zou duwen. We kijken er naar uit. Echt. Maar we worden moe van het turen.

Het doet erg denken aan het aanvragen van een bouwvergunning in ons gewest: langzaam, lijzig, loom, lui, … verzin nog maar enkele synoniemen voor traag. Want daar komt het op neer.
Het leek alsof de minister-president over de grote werven zijn verklaring van vorig jaar herhaalde. Niets beweegt, in het beste geval mogen we tegen eind 2016 of zelfs 2017 hopen op een plan of een richtschema. Als u zo uw prioriteiten behandelt, dan hou ik mijn hart vast voor de rest van de dossiers die u beheert.

Ik heb een suggestie voor u. Durf de Brusselaar laten meedenken, kies voor echte participatie. Een architect duwt zijn opdrachtgever ook geen plan door zijn strot. Wel, u vergeet het soms maar die Brusselaars, dat zijn uw opdrachtgevers, mijnheer de minister-president. En u zult merken: mensen zijn over het algemeen positief ingesteld. Participatie zorgt voor een groter draagvlak en uiteindelijk voor een snellere uitvoering van de projecten.

En tenslotte, naast de gezonde en aangename leefomgeving, is ook mobiliteit zeer belangrijk. Hoe kunnen we garanderen dat iedereen zich zo vlot mogelijk (en liefst ook zo goedkoop mogelijk) kan verplaatsen terwijl we onze wijken toch aangenamer, stiller en veiliger maken.

En op dat vlak volgen we niet meer. Echt waar. We krijgen er kop noch staart aan. Het leek goed te beginnen: de belangrijke werven die we hadden aangezet werden in het regeerakkoord opgenomen, toen de kans zich onverwacht voordeed om het Reyersviaduct af te breken werd die gegrepen en de intentie om het positieve fietsbeleid van de afgelopen jaren verder te zetten, was er.

Maar nu … ?

De Regering verzet zich niet meer tegen de verbreding van de Ring en ons streven naar een overkoepelend gewestelijk mobiliteitsbeleid moet opnieuw de duimen leggen voor een zeer bekrompen gemeentepolitiek. Ik dacht vorige legislatuur dat we deze reflex aan het overwinnen waren. Maar de minister die zich er vroeger op beroemde dat hij de confrontatie met de baronieën aandurfde, loopt nu aan het handje van diezelfde gemeenten.

Het klaarliggende parkeerplan werd uitgesteld en wordt afgezwakt op vraag van de gemeenten. De stad Brussel krijgt minstens drie nieuwe (en overbodige) parkings in het stadscentrum die wagens zullen aantrekken naar een gebied dat we eigenlijk erg auto-arm zouden moeten maken. Het Schumanplein wordt dan toch niet autovrij. En nu blijkt ook nog dat het vertrammingsproject van lijn 71 wordt stopgezet, ondanks de mooie beloftes in regeerakkoord. Gaat u eigenlijk nog echt voor een vermindering van de autodruk met 20%?

Elke oplossing die op korte termijn een verlichting van de situatie kon geven, wordt gecanceld. (Ironisch:) Maar we gaan wel een metro naar Evere krijgen. Over 10 jaar. En we gaan ooit nog een automatische metro krijgen. Misschien over 15 jaar. En we gaan metro krijgen naar Thurn & Taxis. Over 20 jaar. En naar Ukkel. Over 30 jaar. En we maken voor alles een app.

Het is alsof u mij komt tonen dat u met uw smartphone van op afstand uw bad kunt laten vollopen terwijl uw huis eigenlijk op instorten staat. Stel uw prioriteiten. Het is tof dat uw telefoon dat kan maar repareer eerst de barsten in uw muren.

Onze mobiliteitsproblemen zijn er nu en hebben nu een oplossing nodig, niet over 10 of 15 jaar. En wees consequent: het gewestelijk mobiliteitsplan zegt dat elke werf moet bijdragen aan de verlaging van de autodruk. Wel, de regering is daar de bewaker van, gedraag u daar dan ook naar.

En u moet het niet doen voor mij. De groenen zitten niet meer in de regering en dat merken we elke dag aan dit soort beslissingen. U zou het kunnen doen uit respect voor uw coalitiepartner want ik krijg medelijden met de CD&V die vanuit de Regering moet toezien hoe al de projecten waar minister Grouwels voor gevochten heeft, intussen teniet gedaan worden. En als u het niet voor hen wil doen, doe het dan voor de Brusselaars aan wie u zelf beloofd hebt dat aan dit soort projecten niet getornd zou worden.

Beste collega’s,

Ik heb mijn eigen huis kunnen ombouwen tot een plek waar ik mij thuis voel. Dankzij een slimme architecte, een goed plan en capabele bouwvakkers. Ik ben een optimist en dus ben ik zeker dat het met Brussel ook goed komt.

Maar of dat met deze architecten en met dit plan zal zijn, dat durf ik te betwijfelen. Het is geen bouwmeester die we hier voor ons hebben maar een skieven architek. Tijd om zijn contract te heronderhandelen. We zullen deze beleidsverklaring dan ook niet goedkeuren.