Hoera, hoera, hoera, het Brussels Gewest is niet van plan de gemeenschapsdienst voor werklozen in te voeren!
Ik vroeg aan minister Gosuin of en hoe hij de gemeenschapsdienst voor werklozen (een onzinnig idee van de federale afbraakregering) wou invoeren. De minister antwoordde mij fijntjes dat “de gemeenschapsdienst wel in het federaal regeerakkoord staat maar NIET in het Brussels”. Toen ik hem expliciet vroeg of ik er dus mocht van uitgaan dat Brussel dit systeem niet zou uitvoeren, ontkende hij dit niet.
Dat is natuurlijk een goede zaak: er moet niet geïnvesteerd worden in het straffen of bezighouden van de werklozen, er moet geïnvesteerd worden in extra begeleiding, activering en extra jobs voor de duizenden werklozen hier.
Volgens onze berekeningen zou die gemeenschapsdienst (2 halve dagen per week) voor maar liefst 52.000 Brusselaars gelden. Niet alleen zou dit een gigantische coördinatie vergen: energie en mensen die volgens mij beter kunnen gebruikt worden om de Brusselaars echt aan het werk te helpen. Bovendien weten we uit het buitenland dat dit systeem mensen nauwelijks tot niet aan het werk helpt én dat er bovendien een risico bestaat op het verdwijnen van een aantal jobs (in Nederland werd een straatveger ontslagen maar moest hij daarna als gemeenschapsdienst opnieuw straten gaan vegen).
Een opluchting dus al blijft er nog zeer veel werk te verzetten want de begeleiding van de Brusselse werklozen kan natuurlijk veel beter (en dan druk ik mij nog eufemistisch uit).