door Frans Boogaard © Algemeen Dagblad
Blues op de Grasmarkt, jazz op de Oude Graanmarkt. En bij Manneken Pis een violiste die Claptons Tears in Heaven nieuw leven inblaast. Zes maanden na de aanslagen begint de Belgische hoofdstad weer zijn vrolijke oude zelf te worden.
Onder een stralend zonnetje maken toeristen uit alle windstreken foto’s en selfies. “Het is nog niet als vroeger, maar al wel veel drukker dan de afgelopen maanden”, zegt Yousef Ziaeian. De 53-jarige straatschilder, vast gezicht op de Brusselse Grote Markt, ontvluchtte 30 jaar geleden Iran en werkte de afgelopen maanden tussen patrouillerende militairen en overvalauto’s. Zijn publiek bleef weg.
Donderde
Vooral Chinezen, Japanners en Amerikanen lieten het na 22 maart massaal afweten. “Kort erna 44 procent minder hotelboekingen, dit voorjaar 30 procent minder”, zegt Geert Cochez van VisitBrussels, de Brusselse toeristische dienst. En net toen de bezettingsgraad terug was op min 15, kwam ‘Nice’ en donderde de boel weer in elkaar.
Gelukkig voor Brussel hield de terreurdreiging elders ook meer Belgen thuis. Cochez: “Grote evenementen en muziekfestivals liepen op die manier toch vol.” En de toerist, zo weet hij zeker, komt straks ook weer. “Onveiligheid is relatief. Je loopt meer risico te sterven in het verkeer, dan door een terreuraanslag.”
Brussel komt langzaam weer bij van de militaire invasie die het na ‘Parijs’, vorig najaar, over zich heen kreeg. Door de directe dreiging van aanslagen ging voor een aantal dagen het hele stadscentrum op slot. Leger en politie bleven ook daarna massaal aanwezig. De weinige militairen die er nu nog zijn verdrijven ontspannen de tijd, mensen mijden niet langer de straat. In de vooral door toeristen drukbezochte Beenhouwerssteeg zijn weer tafeltjes bezet.
Voorspelde faillissementsgolf
“De doorsnee Brusselaar leidt weer het leven van alle dag”, meent Bruno De Lille, Groen-fractieleider in het Brusselse Parlement. “Maar economisch zijn we er nog niet. Restaurants en cafés hebben nog steeds minder klandizie.” Toch bleef de eerder voorspelde faillissementsgolf grotendeels uit. De Lille: “Dat kan niet alleen ons steunpakket van 20 miljoen zijn. Ik denk dat veel ondernemers proberen te overleven in afwachting van betere tijden.”
En jihadistennest Molenbeek? De Brusselse gemeente pakt volgens wethouder Ahmed El Khannouss de draad weer op. “Brussel heeft een lange traditie van gemengd samenleven, dat geven we niet op. Na alles wat er is gebeurd, zoeken mensen weer eenheid. Die vinden we op straatfeesten rond de barbecue, waar ieder zijn eigen soort vlees op gooit.”
Dekmantel
El Khannouss lijkt gelijk te hebben. Op de altijd drukke Chaussee de Gand en ook op het Hertogin van Brabantplein is het een drukte van belang. Op de Marokkaans aandoende markt keuren kenners al knijpend de cactusvijgen. “Het leven is hier goed”, zegt Mustapha el Haouari, die bonnetjes uitdeelt voor gratis koffie in een eettentje vlakbij. “Een kleine minderheid die deze wijk als dekmantel gebruikt, verpest het voor iedereen, maar dat moeten we dus niet laten gebeuren.”
Op de vijf mensen die je aanspreekt, lopen er wel vier door. “Er is meer angst”, meent Véronique De Miomandre, die voor het gemeentelijke sociaal-culturele werk al tien jaar in Molenbeek komt. “Maar als het erop aankomt staan mensen ook meer open voor elkaar. Het afgelopen halfjaar heeft ze bij elkaar gebracht.”
(…)
Het hele artikel lees je hier: http://www.ad.nl/buitenland/brussel-is-weer-een-bruisende-stad~a8633c6a/