Stel dat ik me een nieuwe muziekinstallatie koop en de volumeknop daarvan maximaal opendraai. En dat ik daarna zelf begin te klagen over geluidsoverlast. Stel dat mijn buren me daarop vragen om alvast mijn volume te verlagen. Ik weiger echter en begin te fulmineren dat er sowieso teveel lawaai is in Brussel en dat ik eerst een alternatief wil voor mijn luide muziek. Denkt u dat ik daarmee wegkom?

Klachten en oplossingen

Toch proberen heel wat Brusselse bedrijven ons dat te verkopen. Volgens een recente enquete van Beci, de Brusselse kamer van koophandel, vindt maar liefst 87 % van de werkgevers dat de mobiliteit in onze hoofdstad slechter geworden is. En een belangrijke groep onder hen gaf al eerder aan in die moeilijke mobiliteit een reden te zien om hier weg te trekken. Ziet u de bui al hangen?

Ze geven ook tips aan de Brusselse regering. En ik geef toe dat er goede voorstellen bij zijn. De Brusselse bedrijven stellen voor een intelligente kilometerheffing voor personenwagens in te voeren, ze vragen meer openbaar vervoer en een nieuw parkeerbeleid om mensen o.m aan te zetten hun individuele wagen te vervangen, zien mobiliteit als een dienst (waardoor je zelf geen auto nodig hebt) en willen een mobiliteitsbudget voor hun werknemers.

Wanneer komt Beci zelf in actie?

Mooi. Maar waarom komen ze zelf niet in actie? Waarom blijven (bijna) al die ondernemingen hun medewerkers verleiden met bedrijfswagens en verzwaren ze zo de files waar ze over klagen? Waarom staan ze op hun achterste poten als de (vorige) Brusselse regering hen wil verplichten het aantal parkeerplaatsen voor hun werknemers te verminderen? Waarom zoeken ze geen alternatieven voor het ‘ik-bestel-online-en-krijg-mijn-pakket-de-dag-zelf-gratis-thuis’ wat voor teveel inefficiënte extra bestelwagenverplaatsingen zorgt?

Framing en cijfers

Er is maar één manier om de mobiliteitsknoop in Brussel te ontwarren: het aantal auto’s en autoritten moet drastisch naar beneden. Zowel de Brusselaars als de pendelaars moeten inzien dat de auto maar de laatste keuze kan zijn als we willen dat iedereen zich vlot kan verplaatsen. Dat is geen ideologisch standpunt van een groene politicus zoals verenigingen als DRP en donkerblauwe politici proberen te framen, maar gewoon wiskunde.

Enkele cijfers. Eind de jaren ‘90 had Brussel 950.000 inwoners. Die hadden per 2 de beschikking over 1 parkeerplaats op straat of in hun gebouw. Nu, 20 jaar later, telt Brussel 240.000 inwoners meer. Als die evenveel ruimte wilden, dan hadden we 1,4 km2 extra parkeerplaats moeten voorzien (een auto neemt gemiddeld 12 m2 parkeerplaats in). Om die mensen hun zin te geven hadden we als het ware Koekelberg (oppervlakte 1,17 km2) moeten leegvegen en tot parkeerterrein betonneren.

Tussen 2005 en 2015 nam het aantal arbeidsplaatsen in Brussel met 35.000 toe. Stel dat al deze nieuwe mensen op dezelfde manier de auto zouden genomen hebben als hun collega’s, dan waren er maar liefst 11.200 wagens bijgekomen in het spitsuur. Goed voor maar liefst 75 km wegen vol blik en uitstoot. Extra.

Het is duidelijk dat dit autoverhaal afgelopen is. Het is slecht voor de leefbaarheid, de (verkeers)veiligheid en de gezondheid van de Brusselaars. En het is mathematisch niet mogelijk nog meer auto’s op ons kleine Brusselse grondgebied te duwen. Dus moet het met minder. En daar moet iedereen aan meewerken. Louter de verantwoordelijkheid naar de overheid doorschuiven zoals men nu doet, zal niet volstaan.

Geef het goede voorbeeld

Vandaar mijn oproep naar Beci en de Brusselse bedrijven: toon dat jullie bereid zijn om zelf het goede voorbeeld te geven. Als jullie ondernemingen per bedrijf de autorijdende werknemers – of zelfs al maar 1 op 4 – zouden stimuleren om hun wagen achterwege te laten, dan krijgen we een omslag zoals we nooit gezien hebben. Het goede is dat de files dan meteen korter worden (goed voor de vlotheid van de leveringen), dat er meteen ook plaats vrijkomt voor extra openbaar vervoer (waardoor het nog makkelijker is om de wagen te laten staan) en voor kwaliteitsvolle open ruimte, zodat het aangenamer wordt om in Brussel te blijven. Voor mensen die efficiëntie en winst hoog aanschrijven, is dit toch gesneden brood?