Bon, burgemeester Freddy Thielemans (PS) staat dus open voor een fusie van een aantal Brusselse gemeentes. Hij zei in Knack dat hij een Gewest dat bestaat uit 6 tot 9 gemeentes wel ziet zitten. Het voordeel van zijn uitlatingen is, dat ze de deur openzetten voor een echte discussie over de structuur van Brussel. Maar dat betekent daarom nog niet dat het een goed idee is.
Ik geef het toe: ik heb ook een tijd gedacht dat het een goede eerste stap zou zijn als we Brussel zouden hertekenen tot een geheel van een tiental gemeenten, elk van zo’n 100.000 inwoners. Alleen ligt het probleem niet in het aantal gemeenten maar wel in het feit dat die gemeenten op veel vlakken compleet hun zin kunnen doen, zelfs zonder overleg met het gewest of de buurgemeenten. Op een klein grondgebied leidt dat dus tot snel tot absurde conflicten. En het verandert niets aan de zaak of je dan 19 dan wel 9 gemeenten hebt. Integendeel, door er allemaal grote gemeenten van te maken, zullen ze nog meer hun stempel willen zetten. Je moet geen glazen bol hebben om te zien dat dit een cascade aan conflicten tot gevolg zal hebben.
De gemeenten dan maar meteen samenvoegen tot één grote stad? Veel Nederlandstaligen zijn daar inderdaad voor gewonnen. Maar ik ga u iets opbiechten: ik ben een Nederlandstalige Brusselaar en ik ben tegen de fusie van de gemeenten. Voilà. Ik zou het namelijk niet willen gedroomd hebben dat we – naast onze minister-president – een soort super-burgemeester van een ééngemaakte stad zouden krijgen. Stel je voor dat Thielemans en Picqué allebei over hetzelfde grondgebied zouden regeren maar met lichtjes andere bevoegdheden. Ik geef u op een blaadje dat ze binnen de 5 minuten – zelfs al zijn ze van dezelfde partij – vechtend over de vloer rollen.
Ik wil dus geen fusie, ik wil de gemeenten volledig afschaffen en vervangen door kleinere districten (met 25 à 30.000 inwoners) zo dicht mogelijk bij hun bevolking.. Dat wil zeggen dat de huidige gemeentegrenzen niet zullen volstaan als leidraad voor de opdeling, zoals dat wel in Antwerpen gebeurde. Brussel Stad, Anderlecht, Schaarbeek en Molenbeek zijn Brusselse gemeenten met een bevolkingsaantal dat groter is dan veel gemiddelde Vlaamse centrumsteden. Dat is niet werkbaar wanneer je een lokaal bestuur wil zijn dat dicht bij de burger staat. Het spreekt voor zich dat het aantal politieke mandaten per district beperkt moet zijn. De districten krijgen enkel nog zeer lokale bevoegdheden. Bijvoorbeeld identiteitskaarten afleveren. Een vergunning geven voor een dakraam. De straten vegen en putten vullen. Al de beslissingen die een grotere of districtsoverschreidende impact hebben, moeten door het gewest genomen worden. Alleen zo zullen de bewoners lokaal beter en sneller bediend worden én kunnen we in het Gewest een gecoördineerd beleid voeren. Alleen zo kunnen we van Brussel op een doordachte manier een gewest maken waar het aangenaam leven is, met één mobiliteits-, stedenbouwkundig-, internationaal en toeristisch beleid. Waardoor we eindelijk echt op de hoogte van de andere wereldsteden kunnen komen.
Wat mij persoonlijk betreft, zetten we daarna nog een stap verder en bekijken we ook hoe we in onze hoofdstad een aangepast cultureel, jeugd-, sport-, welzijns- en onderwijsbeleid kunnen voeren. Om zo oplossingen op maat van ons Gewest uit te werken. Oplossingen die rekening houden met de specificiteit van Brussel: de diverse herkomst van de inwoners, de talenrijkdom, de kansarmoede, de bevolkingsboom, … De uitdaging is immens maar de sleutel ligt hier. In Brussel.
Ik kies ervoor om ver vooruit te kijken. Alleen zo kan de discussie eerlijk gevoerd worden. Alleen zo kunnen we echt aan de toekomst van Brussel bouwen.