door Ruben Mooijman © De Standaard
De uitspraken die Johan Leman zaterdag in deze krant deed, wekten afgelopen weekend veel verontwaardiging. Politici, journalisten, opiniemakers en gewone burgers reageerden verbaasd en boos. Volgens Leman zouden homo’s en kortgerokte vrouwen zich in bepaalde Brusselse buurten niet te provocatief moeten gedragen, om problemen te voorkomen.
Leman staat erom bekend geen blad voor de mond te nemen. Zijn woorden waren niet bedoeld als vergoelijking voor discriminatie, homofobie of seksisme. Wel als een pleidooi voor pragmatisme, en een waarschuwing tegen polarisering. Zo heeft een onverdachte betrokkene als politicus Bruno De Lille het tenminste begrepen. Beter voorzichtig werken aan een mentaliteitsverandering dan de zaken op de spits te drijven en het tegendeel te bereiken van wat je beoogt.
Toch zijn de uitspraken van Leman niet aanvaardbaar. We kunnen niet van vrouwen vragen om zich in de hoofdstad van hun eigen land zediger te kleden dan ze zelf willen. Dat Leman hen aanraadt om ‘het niet uit te lokken’ is de omgekeerde wereld. De verantwoordelijkheid voor seksisme kan nooit bij het slachtoffer liggen. Waarom zouden vrouwen seksisme in Molenbeek wel moeten accepteren als het overal elders onaanvaardbaar is? Hetzelfde geldt voor zijn advies aan homo’s om ‘aan te voelen wat mogelijk is’. Aanvaarden dat er in Molenbeek minder mogelijk zou zijn dan in de rest van België, is aanvaarden dat mensenrechten niet universeel zouden zijn.
Ook zijn advies aan progressieve Vlamingen om niet in Molenbeek te komen wonen, bevreemdt. Als diversiteit een troef is, kan die niet in slechts één richting toegepast worden. Lemans oproep ‘aan wie hier komt wonen, om er samen iets beters van te maken’, valt moeilijk te rijmen met de veronderstelling dat progressieve Vlamingen daartoe niet bereid zouden zijn.
Leman bedoelde het waarschijnlijk niet slecht. ‘Ook wij streven ernaar dat vrouwen overal kunnen lopen in de kleren die ze willen, en dat homoseksualiteit overal aanvaard wordt’, zegt hij in hetzelfde interview. Toch getuigen zijn uitspraken van een vreemde mentaliteit: dat wantoestanden, om welke reden dan ook, op sommige plaatsen aanvaardbaarder zouden zijn dan elders. Hetzelfde geldt voor de Schaarbeekse burgemeester Bernard Clerfayt (DéFI) die maar matig bezorgd blijkt over de verkeersonveiligheid die een journaliste van deze krant het leven kostte. Of voor burgemeester Catherine Moureaux (PS), die de oudejaarsrellen in haar Molenbeek als ‘een manier van feesten’ vergoelijkte.
Het hele artikel lees je hier: https://www.standaard.be/cnt/dmf20190623_04475780