Enkele kritische beschouwingen bij het Brusselse Regeerakkoord uitgesproken tijdens de parlementszitting van 22 juli 2014.
Beste collega’s,
Beste regeringsleden,
Ik ben onlangs op de Heizel naar de tentoonstelling over de Titanic gaan kijken. Interessante tentoonstelling waar onze regering eigenlijk ook eens naar zou moeten gaan kijken. Niet omdat men met weinig inhoud toch heel veel show geeft – die lessen hebt u niet nodig, dat bewijst dit regeerakkoord – maar vooral voor de symboliek. Het verhaal van de kapitein die midden in de nacht te horen krijgt dat ze afstevenen op een ijsberg, de opdracht geeft het roer om te gooien maar helaas zijn onzinkbare schip toch ziet ten onder gaan.
De linken zijn makkelijk te leggen: Brussel als de Titanic en de grote uitdagingen voor de stad als de ijsberg. Met dit verschil dat u niet midden in de nacht wakker schrikt omdat die ijsberg opdoemt maar dat u hem al heel lang en heel duidelijk ziet liggen. Want ik geef toe: de grote problemen van Brussel worden wel degelijk benoemd in uw regeerakkoord. Werkeloosheid, de lage scholing van onze jongeren, de leefbaarheids-, woning- en mobiliteitsproblemen … u windt er zich terecht in op zoals elke betrokken Brusselaar doet.
Alleen, beste regeringsleden, is het niet voldoende om de problemen te benoemen om ze ook opgelost te krijgen. Het is niet door “Let op, een ijsberg!” te roepen dat u niet zult zinken. Nee, het roer moet om. Met de Groenen hebben wij u de voorbije jaren de bocht helpen inzetten. U wil het nu anders en dat is uw goed recht. Maar het probleem is dat u niet weet waarheen. U bent stuurloos op dit moment. U hebt geen plan want u bent het onderling niet eens over wat er nu precies met Brussel moet gebeuren.
Dat is duidelijk te merken aan dit document. Een 100-tal bladzijden met een heleboel juiste vaststellingen maar zonder visie. Ik lees nergens: over 5 jaar staat het zo met de werkeloosheid, zal iedereen een degelijke huisvesting hebben, willen we de Europese normen voor vervuiling halen en willen we qua mobiliteit op het niveau van – ik zeg maar wat – Berlijn staan. Niets daarvan. U verdrinkt de vis in zoveel maatregelen dat u hoopt dat het ons niet zal opvallen dat u eigenlijk geen project hebt. Ik weet niet waarop ik u over 5 jaar moet afrekenen want u stelt zichzelf geen precieze doelen. En dat is erg, want als u geen richting aangeeft, als de kapitein niet zegt waar we naartoe varen, wie doet het dan wel?
U zult me zeggen dat er heel veel maatregelen in uw akkoord staan. En dat klopt. U hebt iedereen zijn speeltjes gegeven. De ene krijgt een fietspad op de kleine ring, de andere mag de cobrace wat bijsturen, er komt iets rond dierenwelzijn, een tweetalige normaalschool enzovoort enzoverder…
U bent ook heel precies als het gaat over zaken die anderen moeten doen: de NMBS bijvoorbeeld of de andere gewesten die 20.000 parkeerplaatsen gaan voorzien of de wijzigingen aan de nachtvluchten. Maar dan wil ik toch graag weten of daar dan telkens contact over geweest is met die anderen? Is daar dan telkens al een akkoord over? U hebt daar toch minstens binnen uw eigen partijen al een akkoord over? Hoop ik. Ja toch hé?
Als het echter gaat over zaken waar u wel invloed op hebt of zou kunnen hebben, dan wordt uw tekst heel vaag. Men gaat evalueren, bestuderen, herevalueren, een comité zal later de objectieven bepalen, het moet “ambitieus maar pragmatisch” (over de plaats van de auto), of “vernieuwend en pragmatisch” (over leefmilieu) en zo zijn er tal van voorbeelden te vinden. Conclusie: u hebt zes weken onderhandeld en alle belangrijke beslissingen hebt u voor u uitgeschoven. Maar als u er nu, ver van de verkiezingen, als u er nu niet uitgeraakt, wat doet u dan denken of hopen dat het en cours de route wel zal gebeuren? De Brusselaars hoopten op 1 visie maar ze krijgen er 6 en dan nog zeer tegenstrijdige.
Laten we uw tekst even wat dichter bekijken. Laten we het even hebben over werk, wonen, mobiliteit en levenskwaliteit. De 4 belangrijkste uitdagingen voor Brussel. Zelf ziet u blijkbaar door de bomen het bos blijkbaar niet meer dus ik ga u helpen door meteen een ambitieus en toch realistisch doel te stellen: wij met Groen vinden dat Brussel op al deze vlakken – werk, wonen, mobiliteit en levenskwaliteit – bij de top van de Europese grote steden zou moeten behoren. We zijn de Europese hoofdstad en onze ambitie moet dan ook navenant zijn. Dat is goed voor onze inwoners, dat is goed voor onze bedrijven, dat is goed voor de positie van Brussel als meervoudige hoofdstad. Leg de lat hoog: het is niet de bedoeling van de kapitein om de Titanic alleen maar iets langzamer te laten zinken. Nee, zijn doel is die veilige haven in Amerika te bereiken.
Werk
En dat is waarom ik zo teleurgesteld ben over uw hoofdstuk rond werkloosheid want daar legt u de lat helemaal niet hoog. Nochtans krijgt u een mooie start: het BISA geeft in zijn laatste rapport over de regionale economische vooruitzichten aan dat bij ongewijzigd beleid de werkloosheidsgraad in Brussel vanaf 2015 geleidelijk zal afnemen om van bijna 21% naar 18,4% in 2019 te dalen. Fijne vooruitzichten voor een nieuwe regering. Een haalbare – zij het eigenlijk erg bescheiden – doelstelling zou dan zijn: laten we er de volgende 5 jaar nog eens 3% extra vanaf proberen te halen. Dan zitten we op 15%, nog ver van het Belgisch gemiddelde van 10,8% maar toch al op de hoogte van Wallonië.
Dat is toch niet te veel gevraagd? Helaas denkt onze regering blijkbaar dat de ijsberg voor haar vanzelf zal smelten en gaat ze enkel voor wat versnipperde maatregelen die niet eens altijd het gewenste effect hebben. Neem bijvoorbeeld het voornaamste instrument: de Jongerengarantie.
Met het instellen van de Jongerengarantie wil Europa elke jongere binnen de vier maanden aan een waardige job, een interessante stage of een nuttige bijkomende opleiding helpen.
U ondergraaft dat engagement echter meteen door het al snel niet meer over elke jongere maar alleen nog over de “zwakste” jongeren te hebben en ook de 1000 jobs die u voorziet, rammelen langs alle kanten. Ten eerste is 1000 niet genoeg als we weten dat er bijna 15.000 werkloze jongeren zijn. En omdat u nauwelijks voorwaarden stelt aan deze jobs, kunt u niet eens garanderen dat het kwaliteitsvolle jobs zijn en al helemaal niet dat het extra jobs zijn. De reactie van de werkgevers was vorige week dan ook “bedankt, nu kunnen we één van onze duurdere medewerkers vervangen door zo’n garantiecontract”. Met andere woorden: de caissière die er al 5 jaar zit, zal mogen vertrekken om door een werkloze jongere aan dumpingprijzen vervangen te worden.
En wanneer hebt u beslist dat het verloren moeite is om de algemene werkloosheid in Brussel aan te pakken? Want u bekommert zich met Europees geld wel over de 15.000 jongere werklozen, maar waar is uw engagement naar de 100.000 andere werklozen?
Goed, u kondigt aan dat Actiris zijn begeleiding zal moeten intensifiëren. Terecht want de begeleiding en opvolging van onze werklozen blijft ver achter bij die in bv Vlaanderen. Het is alleen onbegrijpelijk dat u die extra begeleiders geleidelijk aan wil invoeren en dat dit moet gebeuren door middelen van Actiris zelf te verschuiven. Wat mogen ze dan laten vallen want ook de matching tussen werkgevers en werkzoekenden kan nog veel beter als ik de verhalen hoor. En de strijd tegen discriminatie bij aanwerving lijkt me ook nog niet echt gestreden.
Discriminatie
U maakt zelf die conclusie ook. Alleen jammer dat u zich ook hier weer beperkt tot de vaststellingen en dat de harde maatregelen die we na al die jaren discriminatie met recht en reden zouden moeten boven halen achterwege blijven. Nochtans was de aanzet tijdens de vorige regeerperiode gegeven. Dus haal die praktijktests alstublieft weer boven. Benoem de problemen ook. Men wordt niet gediscrimineerd omdat men in een arme wijk woont of omdat men Brusselaar is, men wordt vooral gediscrimineerd omdat men niet wit is of omdat men een Arabisch, Turks of Afrikaans klinkende naam heeft of omdat men een hoofddoek op heeft. U moet uw administratie dus niet gewoon invullen met 10% meer Brusselaars, u moet durven zeggen welke Brusselaars u daar wil en dan op zoek gaan naar diegene die die jobs op de goede manier kunnen invullen. Als er sinds jaren een grote discrepantie is tussen de samenstelling van de bewoners van onze stad en de samenstelling van de mensen die voor hen werken, dan zijn er geen andere middelen dan de drastische.
Ik blijf trouwens op het vlak van Gelijke Kansen sowieso erg op mijn honger zitten. De strijd tegen discriminatie komt dan wel voor in uw tekst maar over het belang van emancipatie vind ik niets. De vragen daarover van zowel de vrouwenbeweging, de LGBTQi-groepen, de mensen met een beperking én de etnisch-culturele minderheden ontbreken volledig. Nu, we hebben een staatssecretaris gekregen die daar heel veel tijd zal kunnen aan besteden dus ik hoop dat dat goed komt de volgende weken en maanden. Want het is meer dan nodig.
In verband met uw intenties op het vlak van werkgelegenheid en de 6de staatshervorming is Groen wel tevreden dat u zegt te kiezen voor activering en dat u niet gaat voor een jacht op onze Brusselse werklozen. Het heeft trouwens ook geen zin te dreigen werklozen naar het OCMW te duwen want er zijn in Brussel en de omgeving van Brussel namelijk gewoonweg niet genoeg jobs voor de veelal laaggeschoolde Brusselse werklozen te vinden.
Onderwijs
De hamvraag is dan natuurlijk: waarom zijn er zoveel laaggeschoolde Brusselaars? Waarom is het onderwijs in onze stad zo vaak ondermaats, ontoereikend en gebruikt het niet de juiste methodes om onze Brusselse ketten op te leiden volgens hun capaciteiten? Brusselaars zijn niet dommer dan niet-Brusselaars dus er is geen enkele reden om dit te aanvaarden. Dit onderwijs ongemoeid laten en onder meer 39 miljoen EUR investeren in ‘training on the job’, is hetzelfde als voor 39 miljoen EUR vijgen kopen na Pasen. Directies vertellen me dat ze al op jonge leeftijd kunnen voorspellen welke jongens en meisjes wellicht hun school niet met een diploma zullen verlaten. Maar in plaats van die kinderen en jongeren bij te spijkeren, wachten we liever tot ze – vaak volledig gedesillusioneerd – 18 of ouder zijn en dan gaan we ze opvolgen, bijscholen en verplicht vorming doen volgen. Hoe dom kunnen we zijn? Hoeveel geld gaan we nog door ramen en deuren smijten? Hoeveel Brusselaars gaan we nog het recht op een beter leven ontzeggen?
Het wordt tijd dat de Brusselse regering op tafel klopt, eisen begint te stellen ivm de kwaliteit van de scholen in ons gewest. Als er een gat in de romp van ons schip zit, dan moet dat zo snel mogelijk dicht anders zinken we. Wel, Brussel hoopt dat iemand anders het gat zal komen dichten en zet er intussen een emmerke onder. Maar die gemeenschappen gaan dat gat niet uit eigen beweging komen dichten want ze zien het niet als hun probleem. Als ze moeten kiezen dan trekken Antwerpen en Luik altijd harder aan hun mouw. En waar de vorige regering de grenzen van wat ze mocht doen op onderwijsvlak af en toe wat probeerde uit te breiden – uit noodzaak omdat we onze verantwoordelijkheid wilden nemen naar al die kinderen die al lang geen vrije schoolkeuze meer hebben -, kiest u er om ideologische redenen voor om dit niet te doen. U gaat het bouwen van scholen wat makkelijker maken, u gaat één tweetalige normaalschool oprichten en verder hoopt u dat u uw collega’s kunt overtuigen van de noodzaak om Brussel prioritair aan te pakken. Dit is om moedeloos van te worden. De kloof tussen wat we nodig hebben – voldoende scholen, kwaliteitsvolle scholen, meertalige scholen – en waar we uiteindelijk tevreden mee zijn – er komen toch wat plaatsen bij – is zo groot dat het voor iedereen duidelijk is dat het anders moet. Voor iedereen, behalve voor u blijkbaar.
Waarom voorziet u geen budgetten om scholen te bouwen? Als u de gemeenschapscommissies en de gemeenten kunt ondersteunen om crèches te zetten, dan kan dat toch ook voor scholen? En stel kwaliteitseisen, maak dat onze Brusselaars meertalig afstuderen. Die meertaligheid is onze grondstof, is de basis voor het mogelijke succes van Brussel. Maar vandaag slagen we er niet in onze jongeren meertalig te laten afstuderen. We slagen er zelfs niet in van ze allemaal een nuttig diploma te laten halen.
Zolang dit het geval is zullen we in de Brusselse paradox van “rijk gewest – arme inwoners” blijven hangen. Het BISA verwacht dat de economie weer aantrekt? Fantastisch maar enkel als we een absolute prioriteit maken van Brussels meertalig kwaliteitsonderwijs zal die extra economische activiteit ook naar de Brusselaars gaan. Dus doe er iets aan. Neem ook op onderwijsvlak uw lot in handen.
Wonen
Laten we het dan nu even over wonen hebben. Een gigantische uitdaging want zelfs al lijkt de bevolkingsgroei wat af te remmen, dan nog blijft het niet eenvoudig om voor al die nieuwe Brusselaars een waardige woning te voorzien. U wil dat wel en dat is lovenswaardig.
Alleen verliest u opnieuw het grotere geheel uit het oog en verzandt uw regeerakkoord in heel wat acties en maatregelen zonder dat u aangeeft wat het eindresultaat over 5 of over 10 jaar zal of zou moeten zijn. U bouwt uw boot zonder plan. Nochtans kent u heel precies de noden want die cijfers zijn bekend. U zou dus kunnen zeggen voor hoeveel mensen u een oplossing voorziet, waar u die voorziet, met welke middelen en of u dat allemaal zelf zult doen of samen met andere partners. Maar nee, u improviseert. U hebt zelfs nog niet bepaald hoeveel geld u er eigenlijk wil aan uitgeven. Zinnetjes als “binnen de beschikbare budgettaire middelen”, “na een herevaluering van de budgettaire middelen” of “dit zal eventueel uitgevoerd worden in functie van de beschikbare budgettaire marges” komen dan ook voortdurend in dit hoofdstuk voor. Dat is niet onschuldig natuurlijk. Want als je een passagierschip wil bouwen met het budget voor een roeibootje, dan kom je niet ver.
Nochtans liet de vorige regering u een mooie erfenis na. De Alliantie Wonen voorzag niet alleen in de bouw van 6.720 woningen, er waren in de begroting ook effectief middelen voor voorzien. Ook de rationalisering van de sociale huisvestingssector en de toename van het aantal woningen bij de Sociale Verhuur Kantoren geven u een serieuze duw in de rug. En gelukkig zien we dat u op dat vlak verder zet van wat onder staatssecretaris Doulkeridis is opgezet.
De noden zijn echter zo groot dat het werk daar niet af is. Nu hebt u een tweede keer geluk want door de 6de staatshervorming krijgt u met de regionalisering van de huurwetgeving en de woonbonus alvast 2 belangrijke hefbomen in handen. Kwestie van ze nu oordeelkundig te gebruiken natuurlijk.
En daar duikt de twijfel op als ik uw regeerakkoord lees.
Neem nu uw plannen rond de woonbonus. Of eigenlijk het ontbreken van plannen rond de woonbonus want u schuift de discussie voor zich uit. U gaat blijkbaar wachten tot de volgende verkiezingen iets dichterbij komen. Ik veronderstel dat dat het makkelijker maakt om deze discussie op een serene manier te kunnen voeren en diepgaande hervormingen mogelijk te maken.
Dat is vreemd omdat er momenteel in de maatschappij een consensus is ontstaan rond die woonbonus. Ongeveer iedereen beseft dat de woonbonus duur en niet efficiënt is en bovendien de huizenprijzen naar omhoog duwt. Bovendien weten we dat er van federaal maar maximum 140 miljoen Eur over zal komen en dus dreigt het systeem voor Brussel over een aantal jaar onbetaalbaar te worden. Wij stellen u voor om niet te raken aan de bestaande leningen maar het systeem te wijzigen voor nieuwe aankopen vanaf 2015. Alles bij het oude laten is geld weggooien en dus slecht bestuur.
Wat we wel interessant vinden en van zeer nabij zullen opvolgen, is uw piste om stimuli te voorzien om te komen tot 15% woningen met sociaal oogmerk in bestaande privéprojecten. We kijken dan ook uit naar de concrete realisatie hiervan, want over het hoe en wat bent u niet erg duidelijk: de privé-sector zal dit niet zomaar doen, dus vragen we ons af hoe u dat precies wil bereiken. En wat met de stimuli voor de gemeenten om effectief te streven naar 15% woningen met sociaal oogmerk op hun grondgebied? Wordt het niet eens tijd om daar wat nauwer op te zitten en wat meer resultaat te eisen?
Bovendien mag u naast uw streven om mensen eigenaar te maken, niet vergeten dat ongeveer 57% van de Brusselse bevolking huurt. En dat driekwart van die huurders geen eigenaar wil of kan worden. En als ze het niet kunnen, dan is dat vaak om financiële redenen die zo belangrijk zijn dat die niet op te lossen vallen met een extra premie. Dat u wil inzetten op eigendomsverwerving voor gezinnen met een laag inkomen is dus ok, maar dat mag niet ten koste gaan van de grote groep blijvende huurders.
Dus zijn we blij dat de huurtoelage opnieuw in het regeerakkoord staat. Met de opmaak van huurreferentieprijzen en het proefproject voor 1000 gezinnen is hier vorige legislatuur een goede aanzet gegeven. Veralgemeen het systeem, we zijn klaar om u te steunen als u het verstandig aanpakt.
U hebt zichzelf daarbij wel meteen een pad in de korf gezet want u gaat binnenkort de onroerende voorheffing verhogen. Zogenaamd om de grote eigenaars te laten betalen. En waar denkt u dat die mensen hun geld gaan halen? Bij hun huurders natuurlijk. Dus het zullen niet de grote eigenaars zijn die u extra belast maar eigenlijk haalt u het geld uit de zakken van die Brusselse huurders. Mensen die al vaak in een moeilijke situatie zitten. En die dan wellicht bij u komen aankloppen voor een huurtoelage om hen te helpen om in hun woning te kunnen blijven. Dit wordt een vestzak-broekzak-operatie waarbij de kosten en de negatieve impact op de zwakste Brusselaars erg groot dreigen te zijn. Hier is te weinig over nagedacht.
Ook het terugschroeven van de ambities op het vlak van het energie-efficiënt maken van gebouwen lijkt snel beslist zonder echt over de impact ervan door te denken. Nochtans is dit niet alleen een maatschappelijke noodzaak, ook Europa stelt hier heel wat eisen. Zonder duidelijke strategie en budgetten zal het ons echter niet lukken. En ja, het is een uitdaging maar het genereert onmiddellijk ook enorme kansen. De woonkwaliteit verbetert, het energieverbruik daalt wat mensen ook in hun portemonnee voelen en het levert heel wat laaggeschoolde jobs op. Niet zomaar van tafel te vegen dus.
Mobilteit
Bon, mobiliteit dan. Toen ik de teksten over uw mobiliteitsvisie las, kreeg ik een vreemd gevoel. Ik herinnerde mij enerzijds al de discussies tijdens de campagne, de uithalen van sommige mensen dat we niks deden, dat we de verkeerde keuzes maakten. En anderzijds merk ik dat deze teksten eigenlijk een doorslagje zijn van wat we 5 jaar gedaan hebben. Op een paar zaken na, komt er zelfs nauwelijks iets nieuws bij, het is vooral uitvoeren van initiatieven die we op al de rails hebben gezet.
Er zijn naar mijn aanvoelen twee grote verschillen. Ten eerste lijken de becijferde doelstellingen en de grote ambities verdwenen te zijn en ten tweede wekt men de indruk dat men de kool en de geit zal kunnen sparen, dat men geen echte keuzes meer zal moeten maken: het ambitieus maar toch pragmatisch zijn.
Eerst even over die becijferde doelstellingen en de ambitie in uw tekst. Ik zie bijvoorbeeld dat Iris 2 wel vermeld staat maar dat de -20% autodruk die we tegen 2018 wilden halen, verdwenen is. We zaten nochtans op schema. Betekent dat dat u ervan uitgaat dat iedereen nog altijd voor die -20% gaat en dat dit zo vanzelfsprekend is dat dit niet meer vermeld moest worden? Of laat u die doelstelling vallen?
Die -20% autodruk is echter nodig om ervoor te zorgen dat iedereen zich weer vlot door ons gewest kan verplaatsen. Iedereen, dus ook die automobilisten die geen andere keuze hadden dan de wagen te nemen. Daarvoor moet je natuurlijk wel je de alternatieven wel aantrekkelijker maken: comfortabel, veilig en snel te voet, met de fiets en het openbaar vervoer.
Maar als uw eerste keuze de doorstroming van de wagens is zoals ik uit uw akkoord kan opmaken, en als u die doorstroming wil verbeteren niet door de autodruk te verminderen maar door de wegen meer op maat van die auto aan te leggen, dan zullen die alternatieven er in de praktijk niet interessanter op worden. En dan zijn we opnieuw op weg naar het autobeleid van de vorige eeuw.
Ik wil dan ook graag klaar en duidelijk weten welke keuze u eigenlijk maakt. Want dat kan ik – opnieuw – niet afleiden uit uw regeerakkoord. Ja, er staat veel in maar ik zie ook veel dat er niet in staat, ik zie heel wat gaten op belangrijke thema’s. Verduidelijk mij misschien even:
- Wat met de kilometerheffing? U gaat verder met het vrachtwagenproject met Vlaanderen en Wallonië maar u toont zich niet meer de trekker die we waren ivm de personenwagens. En met een bevoegde minister die eigenlijk tegen het systeem is, vrees ik dat we dit op onze buik mogen schrijven.
- Hoe zit het met de mobiliteitsordonnantie? De goesting om de gemeenten in de pas te laten lopen, blijkt niet echt uit uw tekst. Laat u dit vallen? En ook over de integratie van mobiliteit in alle nieuwe projecten van ruimtelijke ordening lezen we niets meer.
- Hoe zit het met de Ring? U gaat structureel overleggen met Vlaanderen en stelt daarbij een heleboel voorwaarden. Dat is goed alleen is ook hier de -20% autodruk verdwenen en wordt het gewoon een vermindering van de autodruk die u wil zien. Is dit het begin van een bocht? Een verbreding van de Ring in ruil voor een afrit aan Schaarbeek-vorming?
- En in verband met het openbaar vervoer lees ik veel over de metro maar vind ik geen engagementen meer over de timing en de financiering van het beheercontract van de MIVB. Is dat een stille aankondiging van een besparing op het openbaar vervoer? Zodat het lichtplan en de tunnels kunnen betaald worden?
U hebt een menukaart gemaakt met gerechten waar iedereen wel iets lekkers tussen vindt. Maar wat de Brusselaars echt op tafel zullen krijgen, dat zegt u niet. Kijk, we geven u het voordeel van de twijfel. De voorbije periode hebben wij al stevig ruk aan het mobiliteitsroer gegeven en we waren op de goede weg. Ik hoop dat u nu extra gas gaat geven maar dat de richting dezelfde blijft.
Levenskwaliteit
En zo kom ik aan het laatste thema dat ik vandaag met u wil bespreken. De leefbaarheid van de stad, de levenskwaliteit voor onze Brusselaars. Meer specifiek ga ik het even hebben over afval en veiligheid. De commentaar op uw visie – of eigenlijk het ontbreken ervan – op leefmilieu en natuur, hoort u zometeen bij de collega’s van Ecolo. Wij scharen ons daar natuurlijk achter.
Netheid
Nu, ik was aangenaam verrast in verband met uw ambities rond netheid. Zeer precies, zeer voluntaristisch en … ook zeer onrealistisch vrees ik. U stelt zichzelf tot doel om Brussel 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7, het hele jaar rond kraaknet te krijgen. Wij tekenen meteen. Maar eerlijk, ik kan me niet voorstellen hoe u dat rond zult krijgen met de maatregelen die u voorstelt. Meer containerparken, preventiecampagnes, een welkomstpakket voor nieuwkomers, we zijn er voor maar dit zal niet voldoende zijn. Echt, u maakt het de oppositie te gemakkelijk. U gaat dit niet halen. Het is jammer maar het is ongeloofwaardig.
Er ontbreekt al een belangrijk hoofdstuk om echt resultaat te kunnen boeken: de strijd tegen het sluikstorten. Dit is in sommige wijken heel erg, kost handenvol geld maar voor u bestaat het probleem niet.
Bovendien spreekt u uzelf ook tegen. U zegt dat u eerst en vooral wil inzetten op preventie, hergebruik en recyclage en dat is goed. Maar tegelijkertijd kiest u voor de valorisatie van de verbrandingsoven ipv voor de afbouw ervan. Met andere woorden, u gaat die oven goed laten draaien om er zogenaamd “groene” energie uit te halen. De Europese doelstelling van 50 % recyclage tegen 2020 zal zo niet gehaald worden natuurlijk.
Veiligheid
En tot slot iets waar we vinden dat u te bescheiden bent en dat is uw nieuwe veiligheidsbevoegdheid. Het is goed dat er het globale gewestelijke veiligheidsplan voor een grotere coherentie zal zorgen tussen de verschillende politiezones. Al blijven wij denken dat die politiezones beter gefusioneerd worden. Maar de creatie van 1 politiereglement voor heel Brussel is alvast een goede zaak.
Dat u meer Brusselaars in de politiekorpsen wil hebben, lijkt ons ook logisch en dat de agenten meer op het terrein aanwezig moeten zijn ook. We houden er wel niet van dat de scheidingslijn tussen de gemeenschapswachten en de politie-agenten vager wordt gemaakt, het zijn wel degelijk twee verschillende jobs. Gemeenschapswachten hebben een sociale taak die erg belangrijk is en mogen niet als een soort gerateerde agenten gezien worden, dat is niet goed voor noch de agenten noch voor de gemeenschapswachten.
Onze voornaamste kritiek is echter dat de permanente conferentie, die extra veiligheidsstructuur die de minister-president in staat moet stellen die veiligheidstaak op te nemen, veel te vrijblijvend is. Het is niet duidelijk wat de bevoegdheid is, wie dit orgaan zal aansturen en controleren, … Men schept dus door de oprichting van deze structuur verwachtingen die niet ingevuld zullen worden. Meneer de minister-president, we vragen u dan ook om u hier een stuk dynamischer te tonen. Neem deze kans in handen en breng eenheid in de verscheidenheid.
Conclusie
Beste collega’s, beste regeringsleden,
die gigantische Brusselse uitdagingen, die ijsberg vlak voor onze neus, die gaat niet zomaar verdwijnen. Maar we moeten niet fatalistisch zijn: er is geen enkele reden waarom we ons te pletter zouden moeten varen. U moet alleen beslissen om het roer om te gooien en duidelijk één richting te kiezen. U kent ons voorstel: neem de situatie van de Europese topsteden en stel u tot doel over 10 jaar bij die kopgroep aan te sluiten. Wat die andere steden kunnen, dat kunnen wij ook.
Op korte termijn zijn dit uw prioriteiten: breng de werkeloosheid naar maximum 15% (en liefst lager), geef elk kind een goede school en zorg ervoor dat er jaarlijks 10% minder kinderen zonder diploma afstuderen, creëer over heel het gewest een aanbod van 15% sociale woningen, doe de autodruk met 20% dalen en maak ons gewest properder door te streven naar nog eens 10% minder uitstoot van broeikasgassen per inwoner en door minstens de helft van het afval recycleren.
Uw bevolking wil vooruit, volg ze. U hebt capabel personeel in uw administratie en uw diensten, maak er gebruik van. Zorg dat iedereen mee is en over 5 jaar zullen we allemaal een stuk trotser zijn op Brussel. Het is een uitdaging, meneer de minister-president. Overtuig ons met uw daden want met deze tekst is dat alvast niet gelukt. En dat spijt me. Echt. Want de Brusselaars verdienen beter.