door Lotte Alsteens © DS Avond
In Antwerpen hebben ze Oosterweel, in Brussel hebben ze tram 71, een mobiliteitsdossier dat al jaren de gemoederen verhit. Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) heeft nu een beslissing genomen: de tram die er zeker zou komen, komt er niet.
Geen tram, wel een ‘hoogwaardige buslijn’
Bus 71 op de Elsensesteenweg.Bart Dewaele
Bus 71, het sardineblikje van Brussel
Tram 71 moest er komen ter vervanging van bus 71. Die rijdt van De Brouckère, pal in het centrum van Brussel, via de Naamsepoort, de Elsensesteenweg (een drukke winkelstraat), Flagey en de ULB naar metrostation Delta. Het is de drukste buslijn in de hoofdstad. Volgens de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB is bus 71 jaarlijks goed voor 9 miljoen ‘ritten’ – het aantal keren dat de bus wordt genomen, dat is 10 procent van al het busverkeer. Tijdens de spitsuren zitten de passagiers op elkaar gepropt als sardientjes – als ze al op de bus geraken.
Tram 71, de oplossing 1.0
Bus 71 zou worden vervangen door tram 71 – trams hebben een veel grotere capaciteit. Dat was het idee van de vorige regering, van de toenmalige staatssecretaris voor Mobiliteit, Bruno De Lille (Groen), en minister van Openbare Werken en Vervoer, Brigitte Grouwels (CD&V). Het plan is geen evidentie, want de gemeente Elsene, waardoor lijn 71 loopt, is vierkant gekant tegen een tram.
‘Elsene is een zeer autogerichte gemeente’, zei De Lille. ‘Vooral de handelaars op de Elsensesteenweg zijn tegen de tram gekant. Zogezegd omdat hun klanten dan niet meer met de auto naar hun winkels kunnen komen, maar dat klopt van geen kanten. Wij hebben destijds een studie aangevraagd, voor andere winkelstraten in Brussel. Bleek dat het merendeel van de klanten met het openbaar vervoer of te voet komt.’
Een tramlijn en autoverkeer samen behoort niet tot de mogelijkheden. De straat is veel te smal. ‘De Elsensesteenweg moet autovrij of autoluw worden om een aparte bedding voor de tram mogelijk te maken’, zegt De Lille.
Een legertank in de straat
Toch leek tram 71 er zeker te komen, zelfs na de verkiezingen van vorig jaar. ‘De tram was al opgenomen in de beheersovereenkomst van de MIVB en kwam ook in het regeerakkoord van de nieuwe beleidsploeg. We waren er gerust op. Tot minister Smet zei dat hij opnieuw zou praten met de gemeenten’, zegt De Lille.
Het protest in Elsene kreeg een nieuw elan. Er verschenen ietwat hilarische protestacties waarin de tram vergeleken werd met een Leopard-legertank, omdat die allebei 54 ton wegen. De trillingen van de tram zouden scheuren veroorzaken in straten en gebouwen. Er doken actiegroepen op met namen als ‘drame.71’ en ‘oui bus 71’.
Ook de trein speelt een rol
Dit weekend werd ‘onze vrees waarheid’, aldus De Lille. Smet kondigde aan dat tram 71 er de eerste tien jaar niet zal komen.
Om een tram aan te leggen moet de Fraiteurbrug richting Delta omgebouwd worden, want die is niet sterk genoeg om een tram te dragen. Het is een brug die over de treinsporen loopt en de werken moeten mee betaald worden door de NMBS. ‘Maar die is momenteel niet bereid om daarin te investeren’, zegt het kabinet-Smet.
Bovendien heeft Smet rekening gehouden met de bezwaren van de bewoners en de handelaars, en staat de regering voor budgettaire uitdagingen, is de argumentatie.
Bus 71 bis, de oplossing 1.1
Er komt wel een alternatief, belooft Smet. ‘Een hoogwaardige buslijn’. Meer details geeft hij niet. De laatste knopen zullen voor het einde van het jaar worden doorgehakt.
De Lille is sceptisch: ‘Ze werken al met accordeonbussen, ik zie niet in hoe ze de bussen nog langer kunnen maken. En als er niets gedaan wordt aan de autodrukte op de Elsensesteenweg, blijven die bussen evengoed in de file staan. Dan kiezen nog meer mensen de auto, want liever in de file in je eigen knusse wagen dan in een bus waar drie keer te veel volk op zit.’
Mogelijk zal de bus een ander ‘tracé’ volgen. Oosterweel klinkt niet veraf. Maar ook een andere route is volgens De Lille een slecht idee. ‘De bus via de Troonlaan sturen, zoals hier en daar geopperd, is geen alternatief. Mensen die op de Elsensesteenweg willen zijn, zijn niet gediend met een bus in een andere straat. Omwegen moeten zo klein mogelijk zijn, wil je mensen motiveren om het openbaar vervoer te nemen.’
Een metro, de oplossing 2.0?
De ultieme oplossing is een ondergrondse metro die een nog veel grotere capaciteit heeft dan een tram en die niemand in de weg rijdt. ‘Dat is geen realistisch alternatief op korte termijn. In 2010 werd een uitbreiding van de metro in het noorden van Brussel goedgekeurd. Ten vroegste in 2024 kunnen de werken voltooid zijn. Dergelijke projecten duren dus minstens veertien jaar. Zolang kan bus 71 niet wachten’, zegt De Lille.
(…)
Het hele artikel vind je hier: www.standaard.be/cnt/dmf20151019_01926984