BrusselHet Gewest gaat de komende jaren bijna 600 ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst (GOB) de kans geven op een vaste benoeming. Dat komt neer op een derde van het personeelsbestand. Een en ander is het gevolg van het vorig jaar goedgekeurde taalkader.

Het taalkader voor de GOB werd al in de zomer van vorig jaar door de regering goedgekeurd. Het voorziet in een aandeel van 27,51 procent Nederlandstaligen en 72,49 procent Franstaligen.

Nieuw is dat er deze keer geen klacht bij de Raad van State kwam tegen het nieuwe taalkader. Die Raad had immers de vorige poging tot een kader vernietigd in 2012. “Het was zowat traditie dat bij elk nieuw taalkader er een klacht kwam bij de Raad van State,” zegt staatssecretaris Bruno De Lille (Groen), bevoegd voor de Brusselse ambtenarij. “Het was al een hele vooruitgang dat de Raad vorige keer maar een deel van het taalkader vernietigde. Dat er nu geen klacht gekomen is, bewijst dat we een sterk dossier hadden. Het maakt een einde aan bijna tien jaar onzekerheid.”

Dat het taalkader nu eindelijk van kracht wordt, heeft grote gevolgen voor de ambtenarij. Momenteel zijn bij de GOB 1.850 ambtenaren aan de slag, waarvan er al ongeveer 1.000 vast benoemd zijn. De komende jaren krijgen 596 van hun collega’s de kans om ook een vaste benoeming te krijgen. Ze moeten daarvoor wel slagen voor de Selor-benoemingsexamens en in principe staan de plaatsen ook open voor externe personen.

Naast de vaste benoemingen kunnen er nu ook 177 mensen promotie maken. Tegen 2019 moet de operatie afgerond zijn.
Voorstander tweetaligheid Knelpunt over het taalkader bij de ambtenaren was tot nu toe de werklastmeting die voorafgaat aan de verdeling per taalrol. Bij het Gewest geldt immers de tweetaligheid van dienst. Daarbij zijn ambtenaren in principe eentalig en wordt er op basis van de werklast een verdeling per taalrol opgesteld. “Vroeger was dat veel te vaak het onderwerp van een symbooldiscussie,” zegt De Lille. “Iedere taalgroep wou dan meer van zijn eigen mensen. Met als gevolg dat de Raad van State de regeling dan ook weer onderuit haalde. Daarom hebben we ons deze keer laten begeleiden door een advocatenkantoor en hebben we de zaken geobjectiveerd.”

Bij de vakbonden merkt men toch op dat door de jaren heen het aandeel Nederlandstaligen telkens lichtjes daalt. “Tien jaar geleden konden we in sommige gevallen nog praten over 33 procent Nederlandstaligen,” zegt Rudi De Coster van het ACV Openbare Diensten. “Wij zijn trouwens nog steeds voorstander van een systeem zoals dat van de gemeenten, waarbij de ambtenaren in principe allemaal tweetalig zijn.”