door Ann De Boeck & Cathy Galle © De Morgen
Een blik op het kluwen aan regels en tarieven in Brussel is genoeg om elke pendelaar weer in de auto te jagen. Dat het openbaar vervoer zo populair is, ligt dan ook aan andere factoren.
“Ik vrees dat u moet uitstappen.” Die vervelende boodschap krijgt een jonge studente afgelopen juli op de trein van Groot-Bijgaarden naar Merode, een S-lijn die eind 2015 werd opgenomen in het voorstedelijke treinaanbod van de NMBS. “Uw abonnement is helaas niet geldig”, verduidelijkt de conducteur.
Kort daarna ontstaat een felle discussie. De studente voert aan dat ze haar MTB-abonnement (metro, tram en bus) van de MIVB al een maand op deze lijn gebruikt. Daarmee krijgt ze toegang tot alle vervoermiddelen binnen de stadszone, dus ook de trein. Maar de conducteur is onverbiddelijk. In Sint-Agatha-Berchem stapt ze uit de trein.
Groot-Bijgaarden mag voor de MIVB nog net binnen de stadszone liggen, maar voor de NMBS niet. Voor de spoorwegen valt het stadsnet namelijk samen met de grens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. En daar ligt Groot-Bijgaarden niet in. Nog anders is het als je de bus van De Lijn neemt. Die trekt de grens door tot op het gemeenteplein van Dilbeek, even verderop.
Drie operatoren, drie verschillende regels: voor veel pendelaars klinkt het verhaal herkenbaar. Het kluwen van vervoerbewijzen, tarieven en systemen heeft ervoor gezorgd dat het Brusselse openbaar vervoer, althans in Vlaanderen, op een hoop wordt gegooid met andere pijnlijke mobiliteitsdossiers, zoals de versleten tunnels en de omstreden voetgangerszone.
Enorme vooruitgang
Onterecht, weliswaar. “De afgelopen decennia heeft het openbaar vervoer in Brussel
enorme vooruitgang gemaakt”, verduidelijkt Kobe Boussauw, docent ruimtelijke planning en mobiliteit aan de VUB. “De frequentie en het aanbod zijn in het algemeen goed. En qua stiptheid moet de MIVB op veel plaatsen niet onderdoen voor de Zwitserse standaard.”
(…)
Inderdaad, met Smet en Bruno De Lille (Groen) heeft Brussel de voorbije jaren ‘dromers’ gehad op het departement mobiliteit. De autogerichte mentaliteit in Vlaanderen botste wel vaker met hun voluntarisme. Maar ook traditionele Brusselse politici als Brigitte Grouwels (CD&V) hebben die klemtoon op het openbaar vervoer doorgezet. De ambitie loopt over partijgrenzen heen.
(…)
Het hele artikel lees je hier: https://www.demorgen.be/binnenland/hoe-de-brusselse-dromers-hun-gelijk-halen-het-gaat-er-goed-met-het-openbaar-vervoer-ba0c2c93/