Commissie Algemene Zaken
De heer Bruno De Lille. – Op 11 september waren alle regeringen van ons land aanwezig op een intern Belgisch overleg om te bepalen wat volgens ons land wel of niet in het vrijhandelsakkoord met Canada mocht komen. Het ging onder meer om de problematische ISDS-clausule (waarbij ISDS voor Investor-State Dispute Settlement staat). Die laat toe dat buitenlandse investeerders de nationale rechtbanken omzeilen om staten aan te klagen wanneer die bedrijven vinden dat hun rechten (lees: winsten) worden geschonden.
Op zulke arbitrage wordt het vaakst een beroep gedaan wanneer staten algemene beleidsmaatregelen nemen op het gebied van milieu, volksgezondheid of sociale bescherming.
Volgens mij is de ISDS-clausule een gevaar voor het beleid, dat het algemeen belang dient. Concreet gaat het hier over een sociaal model, volksgezondheid en de mogelijkheid om de economie te verduurzamen.
Het gevaar is niet denkbeeldig. Zo daagde tabaksgigant Philip Morris de regeringen van Uruguay en Australië voor een arbitragetribunaal, nadat in die landen blanco sigarettenverpakkingen waren ingevoerd. Uit precedenten blijkt dat dergelijke voor specifieke gelegenheden samengestelde tribunalen worden bevolkt door privéadvocaten, wat aanleiding kan geven tot belangenconflicten.
Bovendien is de ISDS-clausule niet nodig. De rechtssystemen in VS, Canada en de Europese lidstaten werken goed. De belangen van overheden en bedrijven worden voldoende beschermd door de gewone rechtsgang.
Omwille van beleidsmaatregelen om de bevolking te beschermen vraagt Groen aan de Brusselse regering dat zij erop aandringt om de ISDS- clausule te laten schrappen, bij voorkeur samen met de andere regeringen van ons land.
• Welk standpunt heeft de Brusselse regering verdedigd op het interne Belgische overleg van 11 september?
• Hebt u voor of tegen de ISDS-clausule gepleit?
• Hebt u er bij de andere Belgische regeringen op aangedrongen om de gesprekken opnieuw te openen met als doel de ISDS-clausule alsnog te schrappen? Aangezien de tekst nog niet is ondertekend, bestaat die mogelijkheid.
• Welk standpunt zal de Brusselse regering verdedigen als de akkoorden ter ratificatie aan de lidstaten worden voorgelegd zonder dat de ISDS- clausule wordt aangepast?
Mevrouw Zoé Genot (in het Frans). – De handelsverdragen waarover Europa met de Verenigde Staten en Canada onderhandelt belangen ieder van ons aan. In heel wat gemeenten zijn moties ingediend om te vragen dat ze rekening zouden houden met onze normen op het vlak van sociale bescherming, consumentenbescherming, milieu en volksgezondheid.
Een van de punten die ons zorgen baren zijn de arbitragetribunalen. Multinationals zullen hierdoor nationale reglementen kunnen aanvechten onder het mom dat die hen verhinderen om handel te drijven. De Europese Commissie begint zich bewust te worden van dit gevaar en lijkt bereid te zijn om van standpunt te veranderen. Wij moeten de druk dus op de ketel houden als wij die slag willen thuishalen.
Ook de rest van het akkoord kan een reeks moeizaam verworden verworvenheden inzake de bescherming van de werknemers, consumenten en landbouwers in het gedrang brengen. Wij mogen niet zonder slag of stoot aanvaarden dat die gewoonweg worden weggevaagd. Onze partij strijdt voor transparante debatten op Europees niveau en laat haar stem horen tijdens de interne debatten over het Belgisch standpunt. Het is belangrijk dat ook het Brussels parlement een standpunt inneemt om u te ondersteunen tijdens de onderhandelingen.
Mevrouw Catherine Moureaux (in het Frans). – Het gaat inderdaad om een zeer belangrijk debat met een grote draagwijdte. Sinds het mandaat van de onderhandelaars enkele weken geleden openbaar werd gemaakt, gaan de zaken vrij snel vooruit op Europees niveau, maar toch zijn er nog een aantal grijze zones.
Belangrijke pijnpunten blijven bijvoorbeeld de transparantie of nog de arbitrageclausule. Een dergelijke clausule is totaal niet op haar plaats in een vrijhandelsverdrag. Ze bevordert de vrije handel niet, maar bedreigt daarentegen de ideeën die wij in Europa en België hebben over de verantwoordelijkheden van de staat, de bedrijven en de bedrijfsconglomeraten.
Het is niet omdat bepaalde sectoren onder een uitzonderingsregel vallen, dat ze daarom beschermd zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de cultuursector. Die uitzondering zal ons 2,7 miljoen euro kosten voor het Nationaal Orkest van België, De Munt en Bozar, terwijl die drie instellingen op het Brussels grondgebied cultuur organiseren en ons cultureel imago uitdragen op internationaal niveau. Ik heb dan ook niet veel vertrouwen in een soortgelijke uitzondering voor de audiovisuele sector.
Daarom stel ik namens de PS-fractie voor om een gemeenschappelijke resolutie aan te nemen. Ik denk dat alle Brusselse partijen het eens zijn over de invoering van sociale clausules en milieuclausules, de transparantie van de onderhandelingen en de afschaffing van de arbitrageclausule.
De heer Rudi Vervoort, minister-president. – Ik deel uw ongerustheid in dit dossier. Wij hebben tijdens de voorbije werkzaamheden zeer duidelijk te kennen gegeven dat wij tegen de ISDS-clausule zijn, maar dit alles ligt heel moeilijk. Daarom schets ik u kort de context waarin dit dossier wordt behandeld.
Het CETA-dossier zit in de afrondingsfase. De lidstaten moeten enkel nog de teksten ondertekenen, wat gepland is voor het najaar 2015. Het tijdsverschil wordt verantwoord door de vertaling en de verificatie van alle teksten.
Het TIPP-verdrag zit nog maar in de eerste onderhandelingsfase. De commissie heeft pas een paar maanden geleden haar mandaat gekregen en er zijn talloze onderdelen die moeten worden behandeld.
Het standpunt van België over de ISDS-clausule wordt vastgesteld in de vergaderingen van de DGE (Directie-Generaal Europese Zaken en Coördinatie) van de FOD Buitenlandse Zaken. Alle beleidsniveaus zijn daarbij vertegenwoordigd. Het samenwerkingsakkoord bepaalt dat wanneer er geen overeenstemming bestaat tussen de deelnemende entiteiten, België het woord niet mag nemen op Europees niveau. Het is dus bijzonder moeilijk met een centrumrechtse federale regering en een Vlaamse regering die niet afwijzend staat tegenover de arbitragebepaling, om een punt als dit erdoor te krijgen.
(verder in het Frans)
De Belgische configuratie is erg complex. Bij gebrek aan consensus kan er geen standpunt verdedigd worden.
Tijdens de vergadering van 11 september hebben we onze bezwaren tegen de clausule duidelijk gemaakt. Na de recente regeringswissel in Duitsland trad dat land de Belgische vragen bij, waardoor ze wat meer gewicht kregen.
Het Brussels Gewest heeft de federale overheid en de commissie duidelijk gewaarschuwd voor deze clausule en voor het gebrek aan transparantie in de besprekingen.
Er is geen politiek akkoord om dit punt te blokkeren, hoewel België telkens blijk geeft van terughoudendheid. De huidige configuratie zal het niet makkelijker maken, maar we blijven bij ons standpunt.
We zijn in de minderheid, maar toch hebben we een ISDS-clausule kunnen laten herzien om het openbaar belang en de transparantie te dienen. De clausule die aan het CETA-verdrag toegevoegd werd, behoudt het recht op regulatie. Ze mag niet gaan over financiële beslissingen, milieukwesties of openbare gezondheid. De clausule is dus niet verdwenen, maar sterk aangepast aan ons standpunt. We blijven er naar streven om de ISDS-clausule te laten schrappen uit de akkoorden met de OESO-landen.
Er is tegenwoordig trouwens al een passieve afbouw van de sociale bescherming door het vrije verkeer van werknemers in de Europese Unie. Als we alles zomaar aanvaarden, zouden multinationals de nationale normen kunnen aanvechten omdat ze zogenaamd het vrije verkeer en de vrije concurrentie verstoren. De staten zouden de markt dan nog minder kunnen reguleren.
De heer Bruno De Lille.– Ik ben het met u eens. We mogen ons niet te veel illusies maken: als de deur op een kier staat, zal ze door sommigen volledig worden opengeduwd. De clausule werd al enigszins bijgestuurd, maar we moeten proberen ze volledig te laten schrappen.
Dat zal niet eenvoudig zijn, want het Brussels Gewest verdedigt een minderheidsstandpunt: de Vlaamse en federale regering zijn voorstanders. Kan Brussel de ISDS-clausule eigenlijk blokkeren? Kan de federale overheid de mening van Brussel zomaar aan de kant schuiven? Kan Brussel het been stijf houden en daardoor de positie van België beïnvloeden?
We zijn blij dat u zich ook zorgen maakt en tegen de clausule bent. Dit is nog maar de eerste onderhandelingsfase, maar u moet nu reageren.
Ik vind het een goed voorstel om een speciale bijkomende commissie over dit onderwerp te houden en daar een resolutietekst op te stellen. Ik had zelf een gemotiveerde motie voorbereid, maar geef de discussie liever nog wat tijd. Als de resolutie door het hele parlement wordt gesteund, geven we een sterk signaal. We behouden ons het recht voor om een motie in te dienen als blijkt dat de resolutie niet ver genoeg gaat of niet door het parlement wordt aangenomen. Doordat we deze discussie hebben aangesneden, kan het Brussels Parlement wat meer weerwerk bieden dan het aanvankelijk wilde.
Ik wil graag nog een antwoord op mijn specifieke vraag. Als het Brussels Gewest de ISDS-clausule wil tegenhouden, kan de federale overheid ons standpunt dan naast zich neerleggen en haar wil doordrijven?
De heer Rudi Vervoort, minister-president. – Op Europees vlak kan het Brussels Gewest alles blokkeren.
De heer Bruno De Lille. – Mijn vraag gaat specifiek over het Belgische standpunt.
De heer Rudi Vervoort, minister-president. – Als we het niet eens worden, is er geen Belgisch standpunt.
De heer Bruno De Lille. – In dat geval is België dus niet voor of tegen een ISDS-clausule.