Vanavond zendt Volt de reportage ‘Hommes de la Rue’ uit. Daarin gaan 2 jonge homomannen hand in hand op stap door Brussel en Antwerpen. Met een verborgen camera filmden ze de reactie van de omstaanders. En die waren blijkbaar niet al te positief.

Eigenlijk heb ik geen verborgen camera nodig om dat te weten, ik moet het namelijk af en toe zelf ondergaan. Veel hetero-vrienden van mij kunnen zich dat moeilijk voorstellen. Integendeel, ze zijn er van overtuigd dat onze maatschappij vandaag ontzettend tolerant geworden is.

Ten eerste weet ik niet zeker of dat zo is. En ten tweede vind ik het eigenlijk niet voldoende om ‘als homo getolereerd’ te worden. Ik wil geaccepteerd en gerespecteerd worden, niet gedoogd. Maar daar zijn we nog niet. Nog lang niet.

Als mensen zeggen dat ze iets ‘tolereren’, dan geven ze tegelijkertijd aan dat ze dat ‘iets’  eigenlijk niet normaal vinden en dat zij zelf ook beter voelen (want zij zijn in de positie om te bepalen of iets of iemand getolereerd zal worden). In de praktijk merk je bovendien dat de tolerantie meestal ook erg beperkt is: de dingen of het gedrag mogen ook weer niet teveel van de norm afwijken. Je mag homo zijn, maar laat het niet merken. Je mag een rokje dragen, maar het mag niet te kort zijn.

De wereld wordt daarbij in hokjes opgedeeld: het gaat over dé homo’s, dé allochtonen, dé moslims, … En daarin schuilt meteen ook een groot gevaar. Want als iemand uit die groep iets vreemd of verkeerd doet, dan wordt dat veralgemeend en krijg je al snel te horen: “Ik heb niets tegen Marokkanen, ik heb niets tegen homo’s, maar ….”.

En zo komt het dat ik mij geregeld moet verantwoorden voor ‘dé holebi’s die met pluimen in hun gat’ in de Belgian Pride lopen of dat ‘dé Marokkanen’ zich moeten verantwoorden telkens er ergens een opstootje in Kuregem of Borgerhout is geweest. Dat ik zelf niet met pluimen in mijn gat rondloop (zelfs al draag ik de pluimendragers zeer veel sympathie toe) of dat 99 % van de Marokkanen geen overlast veroorzaken, doet er dan niet toe. En als ervaringsdeskundige weet ik dat er altijd wel ergens iets gebeurt dat de tolerantie van je medeburgers op de proef stelt.

Vandaar dat ik zeg dat ik geaccepteerd en gerespecteerd wil worden. Niet als lid van een groep, maar als mens. En dat is een stuk moeilijker dan het zogenaamde ‘tolerant’ zijn. Want als je echt respect toont voor iemand, dan moet je mensen nemen zoals ze zijn. En dat betekent dus dat je ze ook hun vrijheid moet gunnen, dat je jouw normen en waarden niet moet opdringen.

Ik weet dat ik met deze bewering in ga tegen wat het algemeen geldende discours rond waarden en normen is, maar als ik me mag kleden zoals ik wil, een oorring mag dragen als ik dat leuk vind of een tattoo mag laten zetten als ik daar zin in heb… waarom zou iemand anders dan van mij moeten aanvaarden dat ik hem of haar ga opleggen hoe zich te kleden, te eten of te gedragen?

Voor alle duidelijkheid: de wet is de wet (en moet door iedereen gerespecteerd worden) en het feit dat je je waarden en normen niet mag opdringen, moet gelden voor beide partijen. Die normen en waarden, die sowieso cultuur en tijdgebonden zijn, moeten ook nog altijd in vraag gesteld kunnen worden. Maar het is een evenwichtsoefening over vrijheid geven en nemen die we dringend met zijn allen moeten maken. Waarbij jouw vrijheid natuurlijk stopt als die de vrijheid van de andere in het gedrang brengt. Maar kijk dan wel naar het gedrag van het individu en niet meer naar het imago van de groep waartoe die individuen zogenaamd zouden behoren.

Als we dit als leidraad nemen, dan worden heel wat discussies plots een stuk eenvoudiger. Mag iemand met een hoofddoek achter een loket zitten? Zolang ze de taken correct uitvoert die ze moet uitvoeren, is er volgens mij geen enkel probleem. Mag je vrouwen uitschelden omdat ze met een korte rok over straat lopen of homo’s omdat ze hand in hand op een bankje zitten? Je kunt persoonlijk vinden dat dat ongepast is maar je loopt geen nadeel op als die vrouwen, homo’s, … zich zo gedragen dus mag je natuurlijk niet gewelddadig reageren. Kan je een kleurling de toegang tot je café weigeren? Als die man of vrouw zich correct gedraagt, kan dat vanzelfsprekend niet. En ga zo maar door…

Elke keer opnieuw hebben we de keuze. De keuze om mensen met respect te behandelen en de keuze om al dan niet te reageren als we zien dat anderen geconfronteerd worden met een gebrek aan respect. Door open te zijn, bouwen we aan een maatschappij waar iedereen zijn plaats kan vinden.

Als Staatssecretaris voor Gelijke Kansen wil ik dan ook werken aan zo’n Brussel, aan een stad waar mensen elkaar niet enkel tolereren maar vooral respect voor elkaar opbrengen. Mag ik op u rekenen om mee te doen?

PS. Met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest organiseren we van 9 t.e.m. 25 november de Veertiendaagse van Gelijke Kansen en Diversiteit met als thema Respect.