Zesentwintig (2006), eenendertig (2007), vijfendertig (2008), dertig (2009), eenendertig (2010), vijfentwintig (2011), zevenendertig (2012), vierentwintig (2013), negenentwintig (2014), achtentwintig (2015) … Dat is per jaar het aantal verkeersdoden in Brussel. Gemiddeld zitten we aan 30 doden per jaar. 30 doden die te vermijden waren.

Als je dat vergelijkt met Vlaanderen (49 doden per miljoen inwoners) en Wallonië (73 doden per miljoen inwoners), dan komen we er op het eerste gezicht nog goed uit. Dat er zo “weinig” doden zijn, komt doordat de gemiddelde snelheid in onze hoofdstad eerder laag is. Minder goed nieuws is dat het aantal doden en zwaargewonden in Brussel de laatste jaren stabiel blijft terwijl het in de andere gewesten wel structureel daalt.

We moeten daarvoor in eigen boezem kijken want sinds de 6de staatshervorming is het Verkeersveiligheidsbeleid geregionaliseerd. De Brusselse regering heeft sindsdien een staatssecretaris voor verkeersveiligheid aangeduid maar verder? Ja, de jaarlijkse sensibiliseringsactie gaat gelukkig nog altijd door (dit jaar zelfs met de sympathieke Jean-Marie Pfaff). Tekenend is echter dat het overlegplatform Verkeersveiligheid met gemeenten, politiezones, het gewest en parket sinds deze legislatuur niet meer samengekomen is.

Meer dan symbolisch

Het enige nieuwe in het beleid is zelfs een eerder symbolische daad: het monument dat onze staatssecretaris plant ter nagedachtenis van de vele verkeersslachtoffers. Het is een mooi teken van respect maar het aantal verkeersdoden zal er niet door dalen.

Wij stellen voor om de symboliek achter ons te laten. Er bestaat namelijk een gedenkteken voor die 30 slachtoffers dat echt een verschil kan maken. Het is een ronde witte schijf met een rode rand en in het zwart het cijfer 30. In het jargon: het bord F4a.

Als we dit teken op alle wijk- en lokale wegen zetten, daalt het aantal verkeersslachtoffers gegarandeerd. Vergeet niet: bij een aanrijding aan 30 km/u overleeft 90% van de voetgangers en fietsers, bij een aanrijding aan 50 km/u sterft 50 % van hen. Studies wijzen uit dat we het aantal doden en zwaargewonden in Brussel met een kwart kunnen verminderen als we de effectieve snelheid in het Hoofdstedelijk Gewest nog met 5 km/u doen dalen. Een kleine inspanning kan dus tientallen levens redden.

Gewest heeft de sleutels in handen

Tot nu toe waren het de gemeenten die moesten beslissen of ze de snelheid op hun wegen wilden aanpassen. Het streefdoel van de voorbije 3 Brusselse regeringen was om tegen 2015 op alle lokale wegen een zone 30 in te voeren. In de praktijk zien we dat de meeste gemeenten daar geen haast mee maken. Ze worden er al meer dan tien jaar door het Gewest voor ondersteund en toch is amper een derde van de wegen aangepakt.

De 6de staatshervorming geeft de Brusselse Regering echter een aantal sleutels in handen. Wij vragen dan ook dat ze die gebruikt en van 30 km/u de norm maakt in Brussel. Het Gewest en de gemeenten kunnen dan nog altijd samen beslissen op welke wegen (verbindingswegen en tunnels bv.) er uitzonderlijk toch nog sneller mag gereden worden. Deze maatregel redt levens en is goed voor de luchtkwaliteit en zelfs voor de doorstroming van het (auto)verkeer. Het gebeurt niet elke dag dat je als politicus zo’n grote impact kunt hebben. Laten we deze kans dus met beide handen grijpen.

Dit opiniestuk verscheen in een verkorte versie in Bruzz op 21 september 2016. Je leest het hier: http://www.bruzz.be/nl/actua/voor-en-tegen-maak-van-zone-30-de-norm-brussel