CD&V, Open Vld en N-VA waarschuwen voor zware communautaire problemen in Brussel. Ze hebben het over een “gevaarlijk precedent” en zien de communautaire evenwichten in Brussel op de helling gezet. Grote woorden. En dat allemaal omdat we alle lokale bestuurders (burgemeesters, schepenen of OCMW-voorzitters) willen verbieden tegelijk ook parlementslid te zijn.
U leest het goed: alle lokale bestuurders. Nederlandstalige mandatarissen worden dus niet anders behandeld als de Franstalige. Waar het communautaire probleem zit, is ons dus een raadsel. Ons lijkt het eerder een wanhoopspoging van partijen die de echte (de)cumul-discussie niet willen aangaan. Het is een oude truuk: communautariseren om de inhoudelijke discussie niet te moeten aangaan.
Nochtans hebben we intussen heel wat voorbeelden die aantonen dat een te grote machtsconcentratie niet gezond is. Bovendien lijkt het Brussels parlement vandaag soms meer op een lokale gemeenteraad: een groot deel van de parlementsleden en zelfs ministers zijn tegelijk ook bestuurder in hun eigen gemeente. Ze komen vooral op voor de eigen gemeentebelangen, in plaats van voor het belang van de hele stad.
Een sterk gewest zoals we dat dringend nodig hebben, dat de problemen van Brusselaars en bezoekers op vlak van mobiliteit, leefbaarheid en sociale bescherming aanpakt is daardoor onmogelijk in Brussel. Het beknot zelfs de werking van het Brussels parlement, want de dubbele agenda’s zorgen ervoor dat heel wat commissies of vergaderingen simpelweg enkel doorgaan wanneer er geen college of gemeenteraad is. De wereld op zijn kop.
Heel wat partijen, waaronder niet in het minst de Nederlandstalige, pleiten al jaren terecht voor een beter bestuur in Brussel met minder macht voor de gemeenten. Groot was dan ook onze verbazing toen bleek dat een aantal van deze partijen vandaag niet bereid zijn deze belangrijke beslissing te steunen. Zij die, zoals N-VA, eerder pleitten voor een volledige fusie van de Brusselse gemeenten waarschuwen opeens dat de decumul voor een toenemende ‘verkokering’ zou zorgen tussen gewest en gemeente.
Nochtans zijn de meeste collega- parlementsleden die wij kennen allemaal goed ingebed in hun lokale weefsel. Ze zijn aanwezig op lokale activiteiten en houden de vinger aan de pols bij hun electoraat. Dat ze dat opeens niet meer zouden gaan doen omwille van de decumul is onwaarschijnlijk. Integendeel: de tijd die vrijkomt na de schrapping van zo’n dubbelmandaat kunnen ze als ze dat wensen net besteden door meer aanwezig te zijn in op het terrein.
De redenen die men aanhaalt om tegen de decumul te zijn, vallen dus eerder licht uit. Wat het vermoeden doet rijzen dat men deze discussie niet aandurft omwille van persoonlijke belangen, omdat een aantal onder hen het financieel interessante dubbelpostje niet willen afgeven. Helaas durft men dit niet openlijk toegeven.
Eerder nog proberen Open Vld, CD&V en N-VA deze belangrijke stemming in het parlement tegen te houden vanwege ‘communautaire redenen’. Onbegrijpelijk, want goed bestuur is geen kwestie van de ene gemeenschap tegen de andere. Het zou in ons aller DNA moeten zitten. Mechanismen die werden ingebouwd in het Brussels systeem om gemeenschappen te beschermen worden hier schaamteloos misbruikt om vooral het status quo en de belangen van enkele cumulards te handhaven. De kracht van de zelfbescherming met andere woorden.
Wij roepen onze collega’s van CD&V, Open Vld en N-VA op om twee keer na te denken voor ze een communautair conflict veroorzaken over iets dat elke burger in onze stad de evidentie zelf vindt. Dat macht gedeeld moet worden en dat verkozen parlementsleden of schepenen zich volledig moeten wijden aan die job. Dat zal de gemeenten én het gewest ten goede komen.
Dit opiniestuk verscheen op 13 maart 2018 op de website van De Morgen. Je leest het hier: https://www.demorgen.be/opinie/maak-van-goed-bestuur-in-brussel-geen-communautaire-kwestie-b44f7cb3/