door msl © De Standaard | Bron: Belga
Het aandeel van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is het afgelopen jaar gedaald van 19,02 procent naar 18,50 procent. Dat zegt Bruno De Lille (Groen), Brussels parlementslid en voorzitter van de commissie onderwijs binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), op basis van cijfers van Vlaams minister voor Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). De Lille vreest dat de trend op lange termijn een negatief effect zal hebben op de tweetaligheid van de hoofdstad.
De nood aan Nederlandstalige scholen in Brussel blijft erg groot. De doelstelling van Vlaanderen om in een aanbod van 30 procent te voorzien, vindt De Lille in het licht van de nieuwe cijfers een loze belofte.
Plaatstekort
Het plaatstekort dreigt op lange termijn zelfs de Nederlandse taal te ondermijnen, zegt hij. ‘De tweetaligheid van Brussel is er door het grote succes van het Nederlandstalige onderwijs de laatste 15 jaar enorm op vooruitgegaan. Veel Brusselaars spreken thuis Nederlands noch Frans, dus er is geen enkele reden om hen alleen naar het Franstalig onderwijs te sturen. Als we dat toch doen, dan snijden we in onze eigen vingers’, stelt De Lille.
De capaciteitsmonitor van de Vlaamse gemeenschap verwacht dat er tegen het schooljaar 2020-2021 in het basisonderwijs nog altijd een tekort van 1.215 plaatsen is. Het secundair onderwijs zal tegen dan met een tekort van 1.000 à 2.000 plaatsen kampen. Nochtans heeft elk kind die dat wil wettelijk recht op een plaats in het Nederlandstalig onderwijs.
Het hele artikel lees je hier: http://www.standaard.be/cnt/dmf20161208_02615179