Heb je ’t ook gelezen? Een Australisch onderzoek stelde dat de kinderen van homokoppels beter in hun vel zitten dan kinderen van heterostellen. Ik werd er helemaal blij van. Een van mijn medewerkers die het artikel ook gelezen had, zei: “Wij hetero’s gaan moeten opletten, straks verbieden ze ons nog om kinderen op te voeden.”

Er is een logische verklaring natuurlijk: bij homo’s en lesbiennes is kinderen krijgen altijd een bewuste keuze. Vrijen zonder condoom is voor twee mannen misschien niet het verstandigste wat ze kunnen doen, maar baby’s krijg je er niet van. Als wij kinderen willen, dan moeten we in veel gevallen zelfs aan psychologen uitleggen waarom we dat willen, hoe we ervoor zullen zorgen en of ons netwerk wel groot genoeg is om bij te springen als het even wat minder gaat. Een overhaaste beslissing is het dus zelden. En dat levert dan dit soort goed nieuws op.

We hebben lang moeten vechten om aanvaard te worden, om te mogen te trouwen, kinderen te mogen krijgen… maar nu doen we het zelfs beter dan de rest. Eat that, Poetin. We zijn normaler geworden dan de norm.

Ach, dat is allemaal gezever natuurlijk. Relaties hebben, kinderen opvoeden… Het is geen wedstrijd. Het is echt niet alleen het mannetje mannetje / vrouwtje vrouwtje kindje huisje tuintje dat mensen gelukkig maakt. Het is nooit de bedoeling geweest om elke homo getrouwd te krijgen. Ja, we wilden het recht om kinderen op te voeden en te adopteren, maar een lesbienne of een homo zonder baby is niet minder waard. Het zijn rechten waar we voor gingen, geen verplichtingen.

Alleen heeft onze maatschappij iets met normen, vakjes, doosjes en etiketten. En dus krijgen homo’s en lesbiennes steeds vaker de vraag: “Waarom zijn jullie nog niet getrouwd? Het mag nu toch?” Ook binnen de holebigemeenschap spreken mensen er elkaar over aan. Het lijkt wel alsof je een spelbreker bent als je niet meedoet.

Daar moeten we mee oppassen. Generaties lang hebben holebi’s manieren gezocht om samen te leven en lief te hebben, soms buiten de grenzen van wat de maatschappij betamelijk vond en vaak met heel wat risico’s. Met vallen en opstaan. Dat leverde een eigen subcultuur op met eigen gebruiken, gewoontes, manieren om met elkaar om te gaan, een eigen kijk op seks en relaties ook. Anders dan wat de heteronorm voorschrijft, maar daarom niet minder of slechter.

Ik hou van een diverse maatschappij waarin mensen respect tonen voor elkaar en voor elkaars gewoonten. Als aanvaarding betekent dat je je moet wegcijferen, dat je je volledig moet assimileren, pas ik daarvoor. De ervaring leert dat als puntje bij paaltje komt, het dan toch nooit goed genoeg is.

Dus laten we streven naar een wereld waar iedereen in alle vrijheid zijn eigen keuzes mag maken. Wil je trouwen, wil je van het ene lief naar de andere date fladderen, ga je voor tien kinderen of word je samen kinderloos oud? Dat is oké. Zolang je de andere respecteert, doe je maar waar je je goed bij voelt. Dat is de LGBT-erfenis die niet verloren mag gaan. Zo bouwen we aan een nieuwe normaliteit, aan een norm die gebaseerd is op een kleurrijke verscheidenheid, die niet uitsluit maar verbindt.