Beste Lorin,
Ik ben homo en ik geloof niet in God (niet in de katholieke, niet in Allah en zelfs niet in het vliegend Spaghettimonster). Toch voel ik me op mijn gemak als ik aan de kassa van de supermarkt, de balie van Groen (mijn politieke partij) of het loket van het ziekenfonds door een dame met een hoofddoek geholpen wordt.
Dat is niet omdat ik zo zelfbewust ben. Wat mensen van mij denken, kan me wel degelijk schelen. Als ik word uitgescholden omdat ik homo ben, dan raakt me dat diep. Ik ben daar, ook na 25 jaar openlijk homo-zijn, nog altijd niet goed van.
Bovendien vind ik, net als de meesten in ons land, dat anderen mij met hun religie niet moeten lastigvallen. Ik zal u niet proberen te overtuigen van het niet-bestaan van God maar ik wil ook geen gezaag aan mijn hoofd over bekeren, tot inkeer komen en mijn hemel verdienen. Ik ben beleefd tegen de getuigen van Jehovah maar meer dan “geen interesse” krijgen ze van mij niet te horen.
Beste Lorin, ik denk dat dit alles ook voor u geldt. Ik begrijp dat dit de reden is van uw angst voor de hoofddoekendames achter de loketten. En toch denk ik dat u overdrijft.
Ik ga geen discussie met u aan over het begrip “neutraliteit”. Dat zou in ons geval enkel tot een dovemansgesprek leiden. U vult neutraliteit op een exclusieve manier in waarbij ambtenaren hun eigen overtuiging niet mogen laten zien, ik zie het op een inclusieve manier waarbij ze dat wel mogen maar de overtuiging van anderen ook strikt moeten respecteren. Twee verschillende visies en de wet spreekt zich momenteel niet uit dus deze discussie helpt ons hier sowieso niet verder.
Ik wil u wel uitleggen waarom ik niet bang ben voor die vrouwen. Ten eerste is het mij, bij alle keren dat ik door een mevrouw met een hoofddoek geholpen werd, nog nooit overkomen dat ze mij probeerde haar godsdienst aan te praten of dat ik zelfs maar het gevoel kreeg dat ze me minder behandelde omdat ik homo was (en ik loop vaak met regenboogspeldjes op dus ze kunnen het zien als ze willen). Nog nooit. Toch kom ik hier in Brussel geregeld met deze dames in contact.
Ten tweede: mocht dat wel gebeuren, mocht de vrouw in kwestie mij weigeren te bedienen of slecht behandelen, dan is dat een reden om haar te ontslaan. Want dan doet ze haar werk niet zoals ze dat moet doen. We hebben dus een stok achter de deur voor mocht het toch fout lopen.
Veel te vaak sluiten we onze medeburgers uit op basis van vooroordelen. Zou het niet goed zijn voor onze maatschappij mochten we elkaar eens wat vaker de kans geven om te bewijzen dat we het wel goed menen?
Met vriendelijke groet,
Bruno De Lille
Ik schreef deze open brief aan Lorin Parys toen hij nav het toelaten van de hoofddoek achter het loket bij het OCMW Leuven, het volgende zei “We gaan nu toch geen stap terug in de tijd zetten? Wat moet iemand bijvoorbeeld met een homoseksuele geaardheid denken als hij aan de balie komt en geholpen wordt door iemand die middels haar kleding communiceert dat ze homoseksualiteit niet tolereert?”
Lees ook dit artikel: https://www.hln.be/nieuws/binnenland/ocmw-van-leuven-laat-hoofddoek-toe-in-alle-functies~a44828fa/