Analyse: Voormalig Brussels staatssecretaris voor mobiliteit over resultaten proefproject
We staan met zijn allen steeds vaker en langer in de file. Daar hebben we geen studies of enquêtes voor nodig. We merken het met zijn allen elke dag. Ook de oorzaken zijn bekend: wij Belgen wonen erg versnipperd en vaak ver van ons werk, veel mensen hebben een bedrijfswagen met tankkaart (wat het gebruik ervan natuurlijk stimuleert), de stiptheid van de treinen is allesbehalve, …
Als oplossing denken sommigen aan extra wegcapaciteit. Alleen: we weten dat dat duur is, slecht is voor de omgeving (meer beton) en meestal maar een tijdelijk effect heeft. Doordat het verkeer dan even vlotter rijdt, trekt men extra wagens aan (mensen die bv. voordien de trein namen omdat ze de files beu waren) Resultaat: de problemen worden na een tijdje groter dan voorheen.
Bovendien, en dat zien we nu na het project met de spitsstroken, worden de problemen gewoon verplaatst: na de bredere autostrades komen er altijd weer dezelfde smalle afritten en lokale wegen. En het is geen goed idee om extra auto-opstoppingen met bijhorende vervuiling in onze woonwijken te veroorzaken.
Om de files op te lossen is er eigenlijk maar één echte oplossing: je moet tijdens de spitsuren het aantal wagens doen dalen. Dat kan op verschillende manieren: je stimuleert mensen om op een andere manier naar hun werk, school, winkel … te gaan of je vraagt hen om die verplaatsingen op een ander moment te doen.
Het gewoon vragen levert helaas weinig op – de meeste mensen hebben de neiging te denken dat de buren hun gedrag wel zullen aanpassen – en daarom moeten we naar andere manieren zoeken. Een interessant idee is hoe dan ook: verschuif de taksen op het bezit van een wagen naar een bijdrage op het gebruik van die wagen.
Vandaag betaalt iemand die een wagen koopt, heel wat taksen. Hoe meer hij of zij met die wagen rijdt, hoe goedkoper het wordt per kilometer. Met andere woorden: de Belgische overheden stimuleren het gebruik van de wagen. En dat terwijl we eigenlijk het omgekeerde zouden moeten doen om de files en de economische en ecologische kosten te doen dalen.
Laat je die belastingen vallen en laat je de mensen bijdragen telkens wanneer ze hun wagen gebruiken, dan gaan ze hun auto veel gerichter gebruiken. Maak je er bovendien slimme bijdragen van: vraag bijvoorbeeld meer als het spitsuur is en minder daarbuiten, dan stuur je het verplaatsingsgedrag van je burgers nog beter.
En dan zijn er alleen maar winnaars: wie minder of op andere momenten rijdt, betaalt minder; wie wel vaker en tijdens spitsuren rijdt, is veel sneller ter plaatse. En kan dus meer leveringen verrichten, meer klanten bezoeken, de kinderen sneller van de crèche halen, … Minder files betekenen ook: een betere economie en minder vervuiling. Uiteindelijk wordt iedereen er beter van.
Dit voorjaar was er, mede door Groen in de vorige Brusselse regering, een proefproject rond dat slimme rijden. Duizend mensen deden mee: ze konden een virtueel budget besteden of uitgeven aan hun autogebruik. Deden ze het goed, dan kregen ze op het einde een bedrag in cash uitbetaald. En wat bleek: gemiddeld bedroeg de daling van het autogebruik 5,5%, binnen het stadsgebied zelfs 8%.
De onderzoekers gaan ervan uit dat de resultaten bij een echte invoering nog positiever zijn: de test duurde niet lang genoeg om de deelnemers aan te zetten een job, school of crèche dichter bij huis te zoeken of om de werkgevers te stimuleren meer thuiswerk of glijdende uren toe te staan. En als het om eigen geld van de deelnemers gaat, plant men wellicht zijn verplaatsingen nog bewuster.
De mobiliteitsproblemen zijn vandaag zo groot dat er geen tijd meer verloren mag gaan: Groen wil de bestaande taksen op het bezit van de wagen afschaffen en dit slimme rijden zo snel mogelijk invoeren. Als we intussen extra investeren in het openbaar vervoer en in de nodige fietssnelwegen, dan kunnen we ervoor zorgen dat iedereen veel vlotter komt waar hij of zij wil of moet zijn.
Enkele jaren geleden stonden we met dit groene idee nog alleen. Intussen groeit er een steeds groter maatschappelijk draagvlak: ook Touring, Febiac, Beci, Voka, … beseffen inmiddels dat we dringend moeten kiezen voor dat slimme rijden, willen we niet in een totale stilstand terecht komen. Maar hebben onze verschillende regeringen daar de (zelfde) moed voor?
Bruno De Lille, voormalig Brussels staatssecretaris voor mobiliteit en huidig Brussels parlementslid