door Danny Vileyn © Brussel Deze Week
Il fut un temps. In een niet zo ver verleden was het de goede gewoonte dat ministers die (opnieuw) parlementslid werden er zes maanden het zwijgen toe deden. Met het aantreden van een (centrum)rechtse federale regering lijkt die geplogendheid verleden tijd. Laurette Onkelinx (PS) ontbond in de Kamer al haar duivels vanaf dag één. En ook Bruno De Lille (Groen) deed in het Brussels Parlement zijn ding. Andere tijden, andere zeden.
Toch zal het voor Groen in het Brussels parlement minder evident zijn om keihard oppositie te voeren dan voor de PS op federaal niveau. De regering Vervoort is – en dat is een understatement – meer een voortzetting van Vervoort I dan de regering Michel I een voortzetting is van Di Rupo I.
Dat De Lille al onmiddellijk tekeer gaat tegen Pascal Smet als minister van Verkeer zint de SP.A allerminst, maar daar zal de partij in deze tijd moeten leren mee leven. De SP.A-fractie was vanuit de oppositie ook niet mals voor De Lille als staatssecretaris voor Mobiliteit. Toch kan Groen onmogelijk vijf jaar keihard oppositie voeren tegen de SP.A: federaal en Vlaams zitten ze samen in de oppositie.
Met dezelfde spreidstand moet ook Guy Vanhengel (Open VLD) rekening houden. Tussen 2009 en 2014 zat Open VLD in het Vlaams parlement op de oppositiebanken. Schieten op Pascal Smet en de Vlaamse regering was toen bon ton.
Nu zit Vanhengel samen met Smet in een en dezelfde regering en zit zijn partij samen met de N-VA – niet direct zijn vrienden – in de Vlaamse en federale regering.
(…)
En dat geldt ook voor de Brusselse PS. Voor de eerste keer in de geschiedenis zetelen er vier extreemlinkse verkozenen van de PTB in het Brussels parlement. In het halfrond zitten ze – strategisch volgens sommigen – zo ver als mogelijk van de PS-fractie. Die PTB kan het de PS behoorlijk lastig maken, zeker omdat de extreemlinkse partij al bewezen heeft dat ze mensen kan mobiliseren.
Veel belangrijker dan de relatie met de PTB is die met Ecolo, de bondgenoot in de strijd tegen de federale regering. Het politieke debat kan opnieuw ongemeen boeiend worden. De vraag luidt hoe lang dit het brede publiek kan blijven boeien. Als het verzandt in politieke spelletjes haakt de bevolking af.
Het hele artikel vind je hier: http://www.brusselnieuws.be/nl/opinie/standpunt-il-fut-un-temps