door SDS © brusselnieuws.be

Minister Vanhengel, in de VGC bevoegd voor onderwijs, stapt naar het Grondwettelijk Hof als de Vlaamse Gemeenschap de voorrangsregels voor toegang tot het secundair onderwijs niet aanpast. Die zijn gebaseerd op de taal van de ouders. Dat kondigde hij aan na een kritiek van Bruno De Lille in de VGC-commissie Onderwijs.

In 2012 keurde de meerderheid in het Vlaams parlement een decreet goed, dat onder meer de voorrang regelt voor het Nederlandstalig secundair onderwijs op basis van de taal van de ouders.

Anderstalige ouders moeten aantonen dat ze voldoende Nederlands kennen om in aanmerking te komen voor de voorrangsregeling (van 55 procent van de plaatsen) voor Nederlandstaligen in Brussel. Daarvoor moeten ze dan een taaltest afleggen.

Groen uitte eerder al kritiek op de regeling. Anderstalige kinderen van wie een of beide ouders niet het juiste taalattest kunnen voorleggen, krijgen het immers moeilijker.

“Kinderen en ouders die al jaren voor de Nederlandstalige gemeenschap hebben gekozen mogen niet worden uitgesloten”, zei Bruno De Lille dinsdag nog eens in de commissie onderwijs. “Dat is bijzonder onrespectvol tegenover hen.”

‘Schending gelijkheidsbeginsel’
Minister Guy Vanhengel (Open VLD), bevoegd voor onderwijs in de VGC, volgt Groen in die redenering. “Met deze beslissing is men in Vlaanderen voorbijgegaan aan het feit dat het onrechtvaardig is om kinderen, die al jaren in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel zitten, niet te beschouwen als Nederlandstaligen”, zei Vanhengel.

“De schoolloopbaan is echter een belangrijke parameter om de taligheid van een leerling te meten. Leerlingen die Nederlandstalig basisonderwijs hebben doorlopen, zijn evident de Nederlandse taal machtig. Er wordt immers toegewerkt naar de eindtermen Nederlands.”

Meer ten gronde ziet hij de voorangsregeling ook als een schending van het gelijkheidsbeginsel. “De huidige voorrangsregel reguleert de toegang tot het secundair onderwijs niet in functie van de schoolloopbaan van de leerlingen, maar in functie van de taalkennis van de ouders. Dat betekent dat leerlingen die dezelfde schoolloopbaan volgden, niet op een gelijke manier toegang krijgen tot het secundair onderwijs.”

‘Weinig twijfel’
Als het onderwijsdecreet in zijn huidige vorm gehandhaafd blijft stapt de VGC, als belangenbehartiger van de Vlaamse gemeenschap in Brussel en het Nederlandstalig onderwijs in het algemeen, naar het Grondwettelijk Hof. En dan bestaat er volgens Vanhengel “op basis van bestaande vonnissen weinig twijfel over de uitspraak van het Hof.”

(…)

Het hele artikel vind je hier: http://www.brusselnieuws.be/nl/nieuws/vanhengel-stapt-naar-grondwettelijk-hof-over-taaltesten-ouders