De verkiezingen zijn achter de rug en hoewel Groen in Brussel een sprong maakte van 11% naar bijna 18% van de Nederlandstalige stemmen, kwamen we toch niet in de regering terecht. Daarom ga ik een nieuwe uitdaging aan: vanaf nu bouw ik vanuit de oppositie aan een beter Brussel.

Ik ben geen staatssecretaris meer, maar de thema’s die ik met hart en ziel heb opgevolgd, blijf ik natuurlijk verdedigen. En dus ging ik naarstig op zoek naar wat er in het nieuwe Brusselse regeerakkoord stond over Gelijke Kansen en LGBTQi-rechten. En dat viel tegen, helaas. Want ook al heb ik de afgelopen jaren veel in beweging kunnen zetten, toch blijft er nog altijd heel veel werk te verrichten vooraleer Brussel een stad zal zijn waar elke homo, lesbienne of trans zich altijd en overal goed kan voelen.

Ik citeer de enige paragraaf uit het regeerakkoord “Op het vlak van gendergelijkheid en vrije seksuele geaardheid zal de Regering de strijd opvoeren tegen alle vormen van geweld tegen vrouwen. Zij zal de strijd aanbinden tegen seksisme en ook de structuren voor de opvang van vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld (zowel fysieke als psychologische intimidatie, echtelijk geweld, eergebonden geweld …), in samenwerking met de Gemeenschappen, ontwikkelen. Daarnaast zullen ook meer inspanningen worden geleverd in de strijd tegen homo- en transfobie in openbare en privé-instellingen en in de openbare ruimte.”

Het is niet eens het feit dat er zo weinig over LGBTQi’s instaat dat me zorgen baart, maar wel dat alles herleid wordt tot de strijd tegen geweld tegen vrouwen, holebi’s en transpersonen. Natuurlijk is het erg belangrijk dat er kordaat wordt opgetreden tegen gay bashing of tegen geweld op vrouwen. Natuurlijk is het nodig dat de daders door krijgen dat ze er niet meer ongestraft mee wegkomen. Discriminatie moet de wereld uit.

Maar waar is de aandacht voor het emancipatorische werk dat er ook nog moet geleverd worden? Hoe maken we de Brusselse holebi’s en transpersonen sterker? Wanneer en hoe zal men werken aan die ‘open stad’ zodat we niet alleen niet uitgescholden worden maar gezien worden als Brusselaars die echt bijdragen aan het rijke stadsleven, die mee het imago van Brussel op een positieve manier bepalen.

LGBTQi’s zijn zoveel meer dan alleen maar slachtoffers. Het klinkt misschien als een cliché, maar zowel in de creatieve als de zorgende sector hebben we onze stempel gezet. Ook economisch zijn we interessant, denk maar aan het Pride- of La Demence-toerisme dat belangrijk is voor de Brusselse horeca. Door onze (sub)cultuur dwingen we de maatschappij bovendien soms om zich vragen te stellen over hoe we met zijn allen kijken naar opvoeding, relaties, (seksuele) vrijheid, respect voor de ander … wat het debat dan weer voedt.

Met andere woorden: haal de LGBTQi’s weg en je hebt een armere stad. Ik wil als homo dan ook niet voortdurend gezien worden als het zielige jongetje dat moet beschermd worden. Ik wil ook kansen krijgen om me te kunnen ontplooien omdat dat goed is voor mezelf, maar ook voor de samenleving. Een Gelijke Kansen-beleid moet dan ook zowel de strijd tegen discriminatie voeren als emancipatie ondersteunen.

Je zou denken dat de Brusselse Regering met twee oud-ministers van Gelijke Kansen in zijn rangen daar meteen voldoende aandacht zou voor hebben. Dat is helaas niet zo, dus zal ik ze daar vanuit de oppositie maar mee helpen. Heb je zin om daaraan mee te werken, dan geef je me maar een seintje. Samen maken we van Brussel een betere stad.

Bruno De Lille
Brussels Volksvertegenwoordiger
Groen