ibikebruZe geniet ervan denk ik. Van de commotie die ze veroorzaakt en de aandacht die ze zo krijgt. Of ze probeert ons gek te krijgen. Sprakeloos over haar vreemde ideeën in elk geval.

Ik heb het over de Brusselse schepen voor Mobiliteit (Open VLD) die volgens Pic Nic The Streets op Facebook op een bewonersvergadering in de Marollen blijkbaar “Ik weet dat er bewoners van de Vijfhoek (het centrum van Brussel nvdr) zijn die geen auto hebben. Ik vraag hen om zich solidair op te stellen met zij die er wel een hebben.” zou gezegd hebben.

Pardon? Hoe wereldvreemd kan je zijn?

Het organiseren van de mobiliteit in een stad heeft eigenlijk niets met politiek te maken. Het is eerder een puzzeloefening: hoe kan je ervoor zorgen dat al de bewoners die zich willen verplaatsen, dat kunnen doen op een zo veilig en zo vlot mogelijke manier.

In een dichtbevolkte stedelijke omgeving is de auto dan meestal de slechtste oplossing. Niet omdat ik iets tegen auto’s heb, maar wel omdat het ding vervuilend is, gevaarlijk is en vooral veel te veel plaats in neemt.

Vandaag gebeurt ongeveer 1 op 3 verplaatsingen binnen Brussel met de wagen. Toch is het overgrote deel van de openbare ruimte voor diezelfde wagen gereserveerd. Bijna alle wegen en pleinen zijn in functie van de auto ingericht. En o wee als er eens geraakt wordt aan een rijstrook of een parkeerplaats! Dat de trottoirs er vaak te smal bij liggen of dat er op veel plaatsen geen fietspad voorhanden is, dat wordt dan weer als onvermijdelijk bekeken.

Bovendien zouden de autorijdende Brusselaars hun medeburgers die fietsen of stappen of het openbaar vervoer nemen, erg dankbaar mogen zijn. Want als iedereen voor elke verplaatsing de auto zou nemen, stonden we met zijn allen stil in een gigantische opstopping. Het is dus dankzij de moeite die die mensen doen, dat de auto’s kunnen rondrijden.

U vraagt solidariteit? Wel, de plaats die de voetgangers, de fietsers en de bus-, tram- en metrogebruikers afgeven én de moeite die ze doen om zich anders te verplaatsen, is volgens mij al een eerste, hele grote vorm van solidariteit.

Een tweede vorm van solidariteit die we elke dag met zijn allen opbrengen is het feit dat we aanvaarden dat de lucht die we elke dag inademen erg vervuild is. Noem het fijn stof, stikstof, roetdeeltjes, CO … Het is niet voor niets dat zoveel Brusselse kinderen last hebben van astma en ademhalingsziektes. Studies tonen bovendien aan dat stedelingen enkele maanden minder lang leven door de luchtvervuiling. En elk jaar opnieuw hangt er wel een deken van smog over onze mooie stad. Een groot deel van die vervuiling wordt veroorzaakt door de auto’s die hier rondrijden. Voor mensen die geen auto hebben, valt er helaas niet aan te ontsnappen.

Natuurlijk rijd ik af en toe ook met de wagen rond. Ons land is zo georganiseerd dat het soms niet anders kan. Maar ik heb niet de arrogantie om van de mensen die niet met de wagen rijden te eisen dat ze nog eens extra solidair zijn met mij op dat moment.  Ze doen al meer dan genoeg. Ik vind dan ook dat onze overheden dringend het evenwicht moeten herstellen. Stop met maatregelen te nemen die het autogebruik voor korte afstanden makkelijk maakt, investeer in alternatieven voor de wagen, zet de juiste prijs op het autogebruik en stuur de rekening niet meer door naar de maatschappij.

Ik weet niet of ik hiermee onze Brusselse Marie-Antoinette kan overtuigen. Maar ik weet wel dat steeds meer Brusselaars zo denken. Gelukkig maar want het is de enige manier om ons Brussel om te bouwen tot een stad waar het leuk (en gezond) om te wonen is.