In 2000 mocht ik op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen in de stad Brussel mee aanschuiven aan de onderhandelingstafel. Met de Brusselse groenen vroegen we onder meer de bevoegdheid Gelijke Kansen. Dat was een probleempje. Die bevoegdheid bestond nog niet. Maar als we dat echt wilden, kon ze er komen. “Het is tenslotte bijna de eenentwintigste eeuw en iedereen rond de tafel is voor gelijke rechten voor vrouwen en mannen”, zei de toekomstige burgemeester.
Dat vonden wij fijn, maar we zagen die Gelijke Kansen toch breder. Het moest ook over mensen met een handicap gaan, over Brusselaars van vreemde afkomst (zo heette dat toen nog) en… over ‘holebi’s’.
Wat zijn holebi’s?
Ik mocht beginnen met het woord uit te leggen want mijn toekomstige (Franstalige) collega’s hadden er nog nooit van gehoord. En daarna wist men nog niet wat ze met mijn vraag moesten beginnen. Niet dat ze per se iets tegen holebi’s hadden, maar ze konden zich gewoon niet voorstellen hoe je als stad een LGBT-vriendelijk beleid kon voeren.
Later, toen we onze bevoegdheden in de gemeenteraad moesten voorstellen, kreeg ik dezelfde onbegrijpende blikken van heel veel raadsleden. Er was er één die vroeg of we alle publicaties van de stad vanaf dan op roze papier zouden uitbrengen.“Een ‘grapje’ vanzelfsprekend en niet persoonlijk bedoeld hé, meneer de schepen.”
Pride en Regenbooghuis
Op die zes jaar tijd hebben we enorm veel kunnen in beweging zetten. Het begon met het ontvangen van de LGBT-verenigingen op het stadhuis (tot kort daarvoor kregen de Brusselse holebiverenigingen zelfs vaak de toestemming niet om lokalen van de stad te gebruiken voor vergaderingen of persconferenties), er kwamen subsidies voor LGBT-werkingen, de Belgian Pride werd vanuit de verlaten kantoorwijken naar het stadscentrum gehaald, de Regenboogvlag werd gehesen op de Internationale Dag tegen Holebifobie en Transfobie, Brussel ondersteunde de oprichting van een tweetalig Regenbooghuis, holebiverenigingen kwamen spreken tijdens de diversiteitsweken op de Brusselse scholen, er kwam een holebimonument, enzovoort.
Bovendien zorgde deze Brusselse openheid ervoor dat mensen makkelijker zichzelf durfden zijn. Ik heb personeelsleden van de stad ontmoet die me kwamen vertellen dat ze hun collega’s eindelijk over hun vriend(in) hadden durven vertellen omdat ik als schepen ‘ook zo was’.
Elke gemeente een LGBT-beleid
Het thema van de Belgian Pride 2018, ‘Your Local Power’, is er dan ook ‘boenk op’. Het is een fantastisch idee om mensen aan te zetten ook in hun gemeente een écht LGBT-beleid te vragen. Want natuurlijk moeten er wetten en besluiten zijn om het huwelijk open te stellen, om adoptie door koppels van hetzelfde geslacht te regelen en om transrechten te garanderen. Maar de maatschappij en een mentaliteit verander je niet alleen door de wetten aan te passen. Dat doe je door dag in dag uit, dicht bij de mensen, te tonen dat elke burger evenveel waard is.
Met ‘Your Local Power’ kunnen we dit een boost geven. Want er is nog veel werk te verzetten. We zijn dan wel 2018 en dus al achttien jaar na mijn eerste onderhandelingen, maar ook vandaag zijn er nog burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden die geen idee hebben waar ze moeten beginnen.
En dan hoor je: “We hangen de regenboogvlag toch al? We kunnen toch niet in elk dorp een Regenbooghuis oprichten.” Of nog: “ik heb geen LGBT-verenigingen in mijn gemeente, hoe kan ik ze dan steunen?”
Er is zoveel te doen
En dat is natuurlijk allemaal waar. Maar de schepen voor Personeel kan zorgen dat het personeelsbeleid binnen de diensten en instellingen zo is dat elke holebi- of transpersoon openlijk zichzelf kan zijn op de werkvloer. Vorm de politie zodat LGBT’s die uitgescholden of aangevallen worden correct ontvangen worden, klacht kunnen indienen en psychologisch begeleid worden. Het zou in elke gemeente moeten gebeuren. Zijn er in de lokale bibliotheek voldoende boeken over holebi- en transthema’s? De schepen voor Onderwijs kan de scholen helpen een diversiteits- en anti-pestbeleid te voeren. De communicatie van de gemeente kan al eens een man-man- of vrouw-vrouwkoppel tonen. En stop met op elk formulier naar het geslacht van de burger te vragen.
Een fijne plaats om te wonen
Ik kan nog wel even doorgaan want er zijn nog zo veel grote en kleine dingen te doen. Hopelijk kunnen we over zes jaar zeggen dat deze Pride het begin geweest is van een echte omslag. Van het moment waarop alle lokale besturen hun LGBT-bewoners aan het hart hebben gedrukt. Dat is niet alleen goed voor die Regenboogburgers maar voor alle inwoners: een plaats waar iedereen zich welkom voelt is een fijne plaats om te wonen.
Het hele opiniestuk lees je hier: https://zizo-online.be/article/13008