Sinds 24 mei 2019 kunnen Taiwanese koppels van hetzelfde geslacht trouwen. Taiwan schrijft daarmee geschiedenis want het is het eerst land in Azië waar dat mogelijk is. Taiwan staat bekend als een van de meest LGBTI+vriendelijke landen in Azië en toch verliep de openstelling van het huwelijk hier ook niet van een leien dakje. In 2017 verklaarde het Grondwettelijk Hof van Taiwan dat de bestaande huwelijksregeling discriminerend was voor mensen van hetzelfde geslacht en dat er dus een oplossing moest komen. Maar in plaats van een oplossing kreeg de LGBTI+gemeenschap van Taiwan eerst een referendum dat een stokje voor dat huwelijk wou steken. Ik praat hierover met Joyce Teng (Adjunct-coördinator en Lobbying-manager) van de Marriage Equality Coalition in Taiwan.

Bruno De Lille: Op 24 mei 2017 zei het Grondwettelijk Hof van Taiwan dat koppels van hetzelfde geslacht zouden moeten kunnen trouwen en dat de bestaande huwelijkswet dus niet voldoende was. Hoe kan het dan dat er nadien toch nog een referendum georganiseerd wordt dat koppels van hetzelfde geslacht wil verbieden te trouwen?

Joyce Teng: Je moet weten dat het Grondwettelijk Hof van Taiwan wel kan zeggen dat een wet ongrondwettelijk is maar het kan zelf geen andere wet maken. Alleen het parlement kan dat. Het Grondwettelijk Hof heeft het parlement toen 2 jaar gegeven om de regels aan te passen. 

Toevallig werd het voor burgers eind 2017 een stuk makkelijker om een referendum af te dwingen. De ‘Alliance for Next Generation’s Happiness’, een groep mensen die tegen de openstelling van het huwelijk waren, heeft die kans met beide handen gegrepen en wou het parlement en de regering vragen om het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht toch tegen te houden. 

Nu is hun plan niet helemaal gelukt. De vraag die ze wilden voorleggen was heel simpel en liet niets aan de verbeelding over: “Bent u het ermee eens dat het huwelijk beperkt moet blijven tot de verbintenis tussen één man en één vrouw?”. Maar omdat het Grondwettelijk Hof al had gezegd dat het recht op ‘gelijkheid’ en op ‘de vrijheid van het huwelijk’ zoals het in onze Grondwet staat, betekende dat ook koppels van hetzelfde geslacht zouden moeten kunnen trouwen, werd hun vraag verworpen. 

Ze hebben dan een handigheidje gebruikt en ze hebben de vraag veranderd in “Bent u het ermee eens dat het huwelijk zoals gedefinieerd in het Burgerlijk Wetboek beperkt moet blijven tot de verbintenis tussen één man en één vrouw?”. De Central Election Commission (CEC) heeft die vraag toen wel aanvaard omdat de vraag zich beperkte tot één wet en wat er in die wet stond en niet langer het principe aanviel.

B.D.L.: Konden jullie het referendum niet tegenhouden? 

J.T.: Dat hebben we geprobeerd. We zeiden dat het Grondwettelijk Hof zich sowieso had uitgesproken voor het huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht en dat een referendum hierover mensen tegen elkaar zou opzetten en een zeer negatieve invloed kon hebben op de positie van LGBTI+mensen in de samenleving. Sowieso vonden wij een referendum waarbij de meerderheid mag beslissen over hoeveel rechten een minderheid krijgt, niet ok.

Maar de CEC vond dat wij geen betrokken partij waren en wou ons dus zelfs niet uitnodigen op een van de hoorzittingen. Taiwan Alliance to Promote Civil Partnership Rights (TAPCPR), een andere LGBTI+vereniging is dan zelfs naar de rechtbank getrokken maar helaas zonder succes. 

Het was de eerste keer dat er een groot referendum vanuit een groep burgers gevraagd werd, dus wist men niet hoe ze dit konden stoppen. Onze regering wou ook graag bewijzen dat ze erg democratisch is en luistert naar de bevolking en kon het zich dus moeilijk permitteren van het verwijt te krijgen dat dat maar schone schijn is.

B.D.L.: Was het dan misschien mogelijk om de vragen te beïnvloeden?

J.T.: Ook dat was erg moeilijk omdat de CEC ons of andere LGBTI+groepen sowieso niet wou horen. Toen duidelijk was dat het referendum zou doorgaan, besliste een groep mensen die onze LGBTI+rechten steunen om als ‘Vote4LGBT’ een tegen-referendum te lanceren en zo terug te vechten.

Ik had het daar moeilijk mee omdat dat ons zou verplichten twee campagnes tegelijk te voeren: een campagne waarin we mensen opriepen om YES te stemmen voor de vragen van ‘Vote4LGBT’ en een campagne waarin we mensen zouden aanzetten NO te stemmen op de vragen van de ‘Alliance for Next Generation’s Happiness’. Dat leek me erg verwarrend. Maar ‘Vote4LGBT’ kreeg heel snel duizenden steunhandtekeningen bij elkaar en dus werden er enkele vragen aan het referendum toegevoegd.

B.D.L.: Wie zat er eigenlijk achter die ‘Alliance for Next Generation’s Happiness’?

J.T.: Het waren vooral conservatieve christenen. Ze werden gesteund door de kerken en de evangelische gemeenschappen. Zo kregen ze training van vertegenwoordigers van evangelische kerken uit de VS. Die kwamen naar Taiwan of ze maakten video’s om onze tegenstanders op te leiden. We hebben video’s gezien van bekende Amerikaanse lobbyisten die in de VS actie voerden tegen het huwelijk van koppels van hetzelfde geslacht en die uitlegden welke tactieken daar het meest succesvol waren. 

De beide grote politieke partijen hielden zich wat op de vlakte. Het is een kwestie van generaties: in de twee partijen zullen de jongeren ons eerder steunen en staan de oudere politici eerder weigerachtig. Ze zijn dus intern ook verdeeld over het thema. Bovendien waren er lokale verkiezingen en was men bang dat openlijke steun aan een van de twee kampen een negatieve invloed op de resultaten zou hebben. Een groep aanhangers van de ‘Alliance for Next Generation’s Happiness’ heeft uiteindelijk zelf een politieke partij opgericht.

B.D.L.: Hoe probeerden die tegenstanders de bevolking aan hun kant te krijgen?

J.T.: Ze deden dat op drie manieren. Eerst en vooral moet ik toegeven dat ze zeer goed georganiseerd waren. Ze bereikten heel veel mensen via de kerken en de verenigingen die in dat milieu actief zijn. Als mensen waar je naar opkijkt en die je vertrouwt je vragen om hen te steunen, dan doe je dat. Hun basis was dus erg sterk.

Bovendien hebben ze veel geld. Er zijn een tiental tv-nieuwskanalen in Taiwan en op elk ervan was elk uur wel een filmpje van hun campagne te zien. 

En tenslotte verspreidden ze volop leugens en fake news. Zoals dat Taiwan hét AIDS-eiland zou worden omdat iedereen met AIDS naar ons land zou komen om te trouwen en zich dan zo goed als gratis te laten verzorgen op kosten van de staat. En onze presidente zou dit steunen omdat haar familie aandelen had in medische bedrijven en daar dus voordeel zou uit halen.

Een tweede vraag in het referendum ging over het toepassen van de Gender Equality Education Act waardoor schoolkinderen les zouden krijgen over bv. gendergelijkheid of LGBTI+discriminatie. Dus maakten ze de ouders bang door te zeggen dat dit hun kinderen ook LGBTI+ zou maken. 

B.D.L.: En wat deden jullie om het referendum te winnen?

J.T.: Anders dan in Ierland waar de LGBTI+beweging met Yes Equality één gezamenlijke organisatie had gemaakt om campagne te voeren, was het bij ons iets meer versnipperd. Ik werkte voor de Marriage Equality Coalition. Dan waren er nog de Taiwan Alliance to Promote Civil Partnership Rights (TAPCPR) die een meer juridische aanpak voorstaan, de Taiwan LGBT Family Rights Advocacy (TLFRA) en de oudste LGBTI-groep in ons land, de Taiwan Tongzhi Hotline Association (TTHA). Maar ondanks de licht verschillende aanpak, hadden we wel hetzelfde doel voor ogen.

Ik ben zelf naar Ierland geweest om te zien hoe zij hun referendum gewonnen hadden en te leren van hun aanpak. En we hebben ook de mensen van de referendum-campagne in Australie uitgenodigd.

Om campagne te voeren heb je ook fondsen nodig en dat was niet zo eenvoudig voor ons. Religieuze groepen moeten in ons land niet verantwoorden waar hun financiën vandaan komen terwijl wij aan strenge regels onderworpen waren. Zo mochten we bijvoorbeeld geen geld uit het buitenland aanvaarden. Dat stelde ons opnieuw in het nadeel natuurlijk. 

We hebben dan een crowdfunding opgezet. Dat liep eerst moeizaam: het duurde 3 maanden voor we 5 miljoen Taiwanese Dollars (ongeveer 150.000 EUR) bij elkaar hadden. Toen de campagne echt liep, werden de mensen wel wakker. Op een bepaald moment hadden we extra geld nodig voor commercials en organiseerden we dus een tweede crowdfunding. Die leverde 10 miljoen Taiwanese Dollars (300.000 EUR) op in minder dan een maand tijd.

B.D.L.: Hoe zag jullie campagne er precies uit?

J.T.: Omdat we minder geld en minder mensen hadden, moesten we onze middelen zeer gericht inzetten. We hebben eerst onderzoek gedaan naar de reden waarom mensen ons zouden steunen of net niet zouden steunen. ‘Respect’ bleek daarbij het sleutelbegrip te zijn. Dus hebben we onze campagne daaraan opgehangen.

Door het beperkte aantal vrijwilligers konden we geen deur-aan-deur-campagne opzetten zoals ze in sommige andere landen hebben gedaan. Het zou ook erg moeilijk geweest zijn want veel mensen leven hier in appartementsgebouwen die niet toegankelijke zijn voor mensen die er niet wonen. We kozen er daarom voor om vrijwilligers met flyers de straat op te sturen. 

Ook onze reclame moesten we doordacht plaatsen. We hebben advertentieruimte op bussen en taxi’s gekocht omdat die door erg veel verschillende mensen gezien wordt.

Op tv konden wij het ons niet permitteren van elk uur een spotje te laten zien dus kozen we ons doelpubliek heel gericht. Zo hoopten we bijvoorbeeld van oudere vrouwen te kunnen overtuigen en dus lieten we ons filmpje zien tijdens de reclameblokken van de meest populaire soap-serie op tv. 

Een van de filmpjes die het best gewerkt heeft, was met de ouders van een lesbisch meisje. Het was een gemengd koppel, iets wat lang gevoelig lag in Taiwan maar nu aanvaard is, dat vertelde hoe ze zelf voor hun huwelijk hadden moeten vechten. Het idee was: als mensen het nu belachelijk vinden dat we ooit tegen gemengde huwelijken waren, dan leggen ze misschien de link met het verzet tegen huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht. 

En dan was er gelukkig nog de steun van bekende Taiwanese acteurs. Tijdens de Golden Bell Awards, de Taiwanese Emmy’s, waren er die een regenboogpin of een regenboogsjaal droegen. Er waren er zelfs die tijdens hun speech Marriage Equality vermeldden.

We hebben niet veel tijd gestoken in het ontkrachten van het fake-news. De leugens volgden elkaar te snel op dus er was sowieso geen beginnen aan. We hebben een persconferentie georganiseerd om het doelbewuste gebruik van de valse info aan te klagen maar eigenlijk wilden we ze gewoon geen extra aandacht geven. Eigenlijk is het de taak van de media om fake news te ontmaskeren maar helaas deden die dat niet. Als er al fact checks waren, dan kwamen ze van betrokken burgers.

B.D.L.: Jullie hebben het niet gehaald, was je erg teleurgesteld?

J.T.: Natuurlijk, hoe zou je zelf zijn. In het begin dachten we nog dat het mogelijk was omdat de peilingen toen uitwezen dat ongeveer de helft van de bevolking onze vraag naar de openstelling van het huwelijk steunden. Maar onze tegenstanders hebben hun achterban beter kunnen motiveren om te gaan stemmen en ook tegen het bombardement aan tv-advertenties vlak voor de stembusgang konden we niet op. 

Het resultaat was ongeveer 70-30 en dus erg duidelijk. Aan de andere kant moest de regering ons sowieso, na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, toestaan om te ‘trouwen’ als ze onze rechten wilden respecteren. Zelfs nadat het referendum de regering verbood het burgerlijk wetboek te wijzigen, moesten ze wel met een oplossing voor ons komen.

B.D.L.: Als je het opnieuw zou moeten doen, wat zou je dan anders aanpakken?

J.T.: Het gevecht was erg ongelijk en toch weet ik dat ik er weer voor zou gaan. Ik denk dat ik zou pleiten om dichter bij onze eigen boodschap te blijven en die boodschap nog meer in “mensentaal” te vertalen. Te vaak hebben we begrippen als ‘equality’ en ‘human rights’ gebruikt, terwijl we wel voelden dat we de mensen hiermee niet overtuigden. Tijdens de campagne waren we ons hiervan bewust en we hebben geprobeerd om dit bij te sturen maar we hadden voluit moeten gaan. Ik zou ook niet meer reageren op de aanvallen van tegenstanders omdat we hen daar alleen maar extra aandacht mee gaven.

Bovendien denk ik dat we dat we sowieso moeten investeren in onze leden- en vrijwilligerswerking. Tijdens de campagne kregen we steeds meer hulp van vrijwilligers die nog nooit eerder actief waren in de LGBTI+-beweging. We moeten deze mensen actief kunnen houden. Na de referendumcampagne moedigden we onze mensen aan om hun lokale politici te bezoeken en hen te vragen om toch voor een wet te stemmen die ons zou toelaten te trouwen. Vaak zeiden deze mensen dat het de eerste keer was dat ze ons zagen of onze standpunten hoorden, terwijl ze daarvoor vaak al meerdere keren in contact waren geweest met onze tegenstanders.

B.D.L.: Uiteindelijk is er een aparte wet gekomen die toch een soort huwelijk voor koppels van hetzelfde geslacht mogelijk maakte. Hoe gaat het nu verder?

J.T.: We hebben nog werk te verzetten want we hebben als LGBTI+mensen duidelijk minder rechten dan de hetero-Taiwanezen. Zo mogen we alleen trouwen met iemand uit een land waar het huwelijk ook is opengesteld en kunnen we niet zomaar elkaars kinderen adopteren.

Maar op dit moment denken we eerder aan het beschermen van wat we hebben binnengehaald. Onze nieuwe rechten zijn namelijk absoluut nog niet definitief verworven. Er waren recent verkiezingen en tijdens de campagne hebben sommige politici aangekondigd dat ze onze huwelijksrechten zouden terugdraaien als zij aan de macht komen. Gelukkig zijn ze niet gewonnen maar we moeten erg waakzaam blijven.