Wie de voorbije jaren bij de start van de Belgian Pride aan de Beurs was, kent La Diva. Met een stem als een klok en een presence om van achterover te vallen, opent La Diva Live nu al enkele jaren de stoet. La Diva is dan ook een fenomeen in Brussel. De mensen die hem / haar op Facebook volgen, weten bovendien dat La Diva ook een uitgesproken mening heeft. En dus nodigde ik Hocine (want zo heet de man achter La Diva Live) deze week uit voor een babbel over hokjesdenken, Engelse popzangers, extremisme en Brussel.
La Diva Live: Ik ben Frans-Algerijns. Ik ben in Algerije geboren en opgegroeid, maar uiteindelijk wou ik daar niet blijven. Ik ben dan naar Frankrijk vertrokken, heb even een tussenstop in Londen gemaakt en uiteindelijk ben ik in Brussel blijven hangen. Deze stad is voor mij de ideale mix: ik heb hier het gevoel dat “alles kan” zoals in Londen, de sfeer is op een bepaalde manier zuiders, het maakt hier niet echt uit van waar je komt, … Eigenlijk lijk ik op deze stad: ik ben een beetje van alles wat en dat is net mijn kracht.
Bruno De Lille: Wanneer is La Diva Live geboren?
L.D.L: Ik heb La Diva Live hier in Brussel in 2006 gecreëerd, maar de basis is in 2002 in Parijs gelegd. Toen deed ik in Parijs mee aan een parodie op het Eurovisiesongfestival. Een vriend van mij organiseerde die avond om geld in te zamelen voor de strijd tegen Aids. Elk jaar groeide dat evenement: in de jury vond je zelfs mensen als Jean-Paul Gaultier. In 2002 was de show politieker dan anders: het was het jaar waarin Le Pen in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen was geraakt. En dus deed ik een nummer van Amina, een fantastische Frans-Tunesische zangeres die het jaar ervoor tweede was geëindigd op het echte songfestival.
Het leuke was: ik won. Een vriend van me heeft me dan geholpen het concept verder uit te werken. Hij heeft me dingen laten proberen, heeft me gekleed, geschminkt … Hij kwam ook met de naam ‘La Diva Live’. Ik wist echt niet wat ik er van moest denken in het begin maar kijk, het werkt.
B.D.L.: Je zingt ook heel erg goed, heb je lessen gevolgd?
L.D.L: Nee, nee. Ik zing omdat ik graag zing. In zekere zin heeft het zingen me zelfs gered. Toen ik ontdekte dat ik homo was, voelde ik me ontzettend alleen. Het leek alsof niemand anders zo was. Maar toen leerde ik de Engelse popmuziek kennen en zag ik dat er nog mensen zoals mij waren: Jimmy Sommerville, Boy George, … In mijn fantasie zong ik samen met hen. En als je vaak zingt, dan kost het je geen moeite meer, je wordt beter zonder dat je het beseft. Er zit dus geen geheime methode achter, het gaat over passie en plezier.
Ik word nu zelfs in het buitenland gevraagd. Toen ik met La Diva Live begon was het mijn droom om misschien een eigen cabaret te openen als alles goed ging. Nooit had ik gedacht dat ik met La Diva Live zou mogen zingen in het buitenland. Ik heb intussen zelfs al eens echt samen met Jimmy Sommerville op het podium gestaan. Ja, ik ben er zeker van: God is gay (lacht).
B.D.L.: Reageren mensen overal even positief?
Het blijft een uitdaging om de mensen voor je te winnen natuurlijk. Soms ga ik zingen in een hetero-bar en dan zie je de mensen wel eens denken “wat krijgen we nu?”. Als je in travestie opkomt dan hebben veel mensen meteen het clichébeeld van de Cage aux Folles voor ogen. Gelukkig kan ik ze bijna altijd overtuigen van verder te kijken dan alleen het uiterlijk en me als artieste te zien. Maar daarvoor moet alles kloppen: het zingen, het personage, de energie waarmee je op het podium staat… Elke keer als het lukt, voel ik me gelukkig. Ik word het nooit echt gewoon, het blijft me plezier doen.
B.D.L.: Zijn er niet heel wat mensen die denken dat je ook dagdagelijks als vrouw rondloopt?
L.D.L: Ja, dat klopt. Mensen houden van duidelijkheid, ze doen niets liever dan mensen in een hokje te steken. “Die is bi, die is homo, die is trans …”. Maar ik weiger daaraan mee te doen. Ik wil dat mensen me waarderen omdat ik ze een leuk moment bezorg, omdat mijn optreden goed is. Niet omdat ik goed op een vrouw gelijk. Eigenlijk speel ik met de clichés waar mijn publiek mee zit om er mijn ding mee te doen en dan ga ik voorbij de clichés. Dat verrast de mensen maar daardoor appreciëren ze ook des te meer wat ik doe.
B.D.L.: Is er geen groot verschil tussen die show-wereld en de realiteit van elke dag? Ik vraag me af of al die mensen die voor je applaudisseren, dat ook zouden doen mochten ze je gewoon op straat tegenkomen.
L.D.L: Ik loop niet als La Diva Live over straat dus ik weet niet of ik problemen zou hebben. Maar ik hoor inderdaad ook mensen vertellen over de negatieve reacties die ze kregen als mensen vermoedden dat ze homo of trans zijn. Dus er is inderdaad een probleem. Volgens mij valt het alleen maar op te lossen door mensen met elkaar in contact te brengen. Dat gebeurt vandaag te weinig. Er leven in Brussel heel wat verschillende gemeenschappen maar ze leven naast elkaar, ze hebben geen raakpunten, ze praten niet. Maar als je niet praat, kan je elkaar ook niet begrijpen.
B.D.L.: Heeft het met de culturele achtergrond van sommige Brusselaars te maken?
L.D.L: Ik denk het niet. Cultuur evolueert. Ik ben opgegroeid in Algerije. Mijn ouders waren heel open van geest: toen ze begrepen dat ik homo was, hadden ze het daar niet gemakkelijk mee maar hebben ze het wel aanvaard. Het was eind de jaren ‘80 en in Algerije evolueerden de zaken echt positief. Maar dan hebben de islamisten de verkiezingen gewonnen wat uiteindelijk tot een droevige burgeroorlog heeft geleid. Ik ben in die periode vertrokken naar Frankrijk omdat ik problemen had met de standpunten van de islamisten die steeds meer hun stempel op het alledaagse leven probeerden te zetten.
Het probleem is dat het extremisme nu ook hier in Europa toeneemt. Langs beide zijden: je hebt aan de ene kant extreem rechts dat zijn standpunten steeds makkelijker verkocht krijgt en aan de andere kant het religieus extremisme. En dat maakt me bang, ik begrijp niet hoe het zover is kunnen komen.
B.D.L.: Misschien omdat mensen bang zijn voor wat ze niet kennen?
L.D.L: Angst kan je overwinnen. Gelukkig doen de meeste mensen dat, stellen ze zich open voor mensen die anders zijn dan zijzelf. Dan merken ze dat de verschillen er vaak niet echt toe doen. Het wordt maar een probleem als je mensen hebt die hardnekkig blijven vasthouden aan hun eigen standpunt, die denken dat iedereen ongelijk heeft, behalve zij. Ik slaag er niet in hen te begrijpen: we leven in een land waar homoseksualiteit wettelijk aanvaard is, waar er openlijk over holebi’s gepraat wordt, waar je overal homomannen en – vrouwen ziet … en toch blijven ze doen alsof het iets is wat niet bestaat of wat niet zou mogen bestaan? Waarom? Wat willen ze daarmee bereiken? We moeten dit proberen te begrijpen om ze uiteindelijk mee te krijgen.
B.D.L.: Iemand van Merhaba vertelde me onlangs dat hij het gevoel had dubbel gediscrimineerd te worden. Omdat hij homo is, werd hij door zijn familie en kennissen scheef bekeken en omdat hij een Marokkaanse achtergrond had, werd hij door de Brusselse homogemeenschap gewantrouwd. Jij bent ook én homo én van Algerijnse herkomst, herken je dat gevoel?
L.D.L: Absoluut. Ik zie bijvoorbeeld hoe jonge homo’s op Facebook positieve commentaren posten over Marine Le Pen en het Front National. Ik heb er eens één over aangesproken, gevraagd wat hij in het FN zag en dan kreeg ik als reactie: “Marine Le Pen praat vlot, ze ziet er goed uit en ze heeft gezegd dat de jonge homo’s in de cités beschermd moeten worden tegen de agressieve moslims.” Ik heb hem daarna uitgelegd wat de mening van het Front National over homo’s, over seropositieven, … was en het leek alsof hij uit de lucht kwam vallen.
Heel wat jongeren hebben helemaal geen politiek of historisch besef. Ze hebben eens problemen gehad met iemand van een ander kleur en steken meteen alle vreemdelingen in dezelfde zak. Het is misschien naief van me maar ik had niet verwacht dat homo’s of lesbiennes dat ook zouden doen. Ze weten toch wat het is om zelf uitgesloten te worden? Ach, mensen horen vooral wat ze graag willen horen en daar maakt iemand als Marine Le Pen handig gebruik van natuurlijk.
B.D.L.: Vind je dat je als artiest de verantwoordelijkheid hebt om dat aan te klagen?
L.D.L: Een van de redenen waarom La Diva Live me in het begin zo goed lag, was het feit dat ze genderloos is en geen nationaliteit of leeftijd heeft. Ideaal dus om iedereen aan te spreken. Maar op een bepaald moment zegt een vriend me dat hij vindt – gezien de toenemende populariteit van extreem rechts in het homowereldje – dat ik moet duidelijk maken dat La Diva Live Algerijns is. Een coming-out rond mijn roots dus.
Eigenlijk zouden mensen er niet van wakker moeten liggen of La Diva Live nu Belg, Chinees of Algerijns is. Maar als ik met La Diva Live een positief beeld van iemand met een migratie-achtergrond geef, dan kan dat misschien mensen veranderen, kan dat sommige negatieve clichés doorprikken. Dus ook op dat vlak houd ik mijn mond niet meer (lacht). Het is mijn bijdrage om de wereld te verbeteren.
B.D.L.: Zou je dan ook geen expliciete coming-out moeten doen naar de Maghrebijnse gemeenschap in Brussel?
L.D.L: Homoseksualiteit ligt inderdaad niet gemakkelijk bij de Maghrebijnse Brusselaars. Ik heb het geluk gehad dat mijn ouders me aanvaard hebben. Maar als ik met sommige jongeren praat, dan voel ik de schrik waarmee ze leven: ze willen zichzelf zijn, maar willen hun familie en vrienden niet verliezen. En dat zal zo zijn natuurlijk, er zullen mensen zijn die hen zullen uitspuwen. Maar toch zeg ik hen dat ze eigenlijk geen keuze hebben. Niemand kan heel zijn leven liegen over hoe hij of zij zich voelt, niemand kan heel zijn leven liefde faken voor de verkeerde personen. Als we willen dat de zaken positief evolueren, dan zullen we zelf onze nek moeten uitsteken.
B.D.L.: Ligt het niet extra moeilijk doordat heel veel van die jongeren moslim zijn?
L.D.L: Ik hou er niet van dat men een amalgaam maakt van herkomst en geloof. Het is niet omdat ik in Algerije geboren ben, dat ik moslim moet zijn. En het is niet omdat ik moslim ben dat ik pratikerend moslim ben. Als ik tijdens de Ramadan bezoek krijg van vrienden, dan vragen ze me heel vaak waarom ik niet meedoe met de Ramadan. Ik vraag hen dan meestal of zij elke zondag naar de mis gaan. Ze kijken dan vreemd op maar eigenlijk gaat het over hetzelfde. Dé moslim bestaat dus niet net zoals dé katholiek ook niet bestaat.
Jammer genoeg is voor veel mensen een moslim automatisch een streng gelovig, extremistisch personage. Vroeger was dat niet zo maar het beeld dat mensen van de Islam hebben is compleet veranderd sinds de aanslagen van 11 september. Sindsdien worden moslims bijna altijd in verband gebracht met geweld, extremisme, radicalisering … En dat heeft zijn effect gehad: heel veel moslims hebben voortdurend het gevoel dat ze omwille van hun geloof worden uitgesloten, zelfs al zijn ze helemaal niet radicaal. Kijk bijvoorbeeld naar de polemiek rond Sharia4Belgium. Dat zijn een paar jongeren die vooral willen shockeren. Ze worden door de grote meerderheid van de Belgische moslims sowieso niet serieus genomen. Maar in plaats van hen te negeren en de gewone moslims een stem te geven, wordt dat extremistische groepje bij elke gelegenheid opgevoerd als dé spreekbuis van de Islam in België. Zo versterk je echter net dat waar je bang voor bent. Want het steeds weer opvoeren van de extremisten helpt de progressieve stemmen die er in de Maghreb-landen zijn, geen steek verder, integendeel.
B.D.L.: Het zit je erg hoog blijkbaar.
L.D.L: Ja, omdat ik zie wat het resultaat is van die negatieve houding. Men zet mensen tegen elkaar op zodat alleen de extremen aan beide kanten winnen. Ik wil niet uitgesloten worden omdat ik uit Algerije kom, maar ik wil ook niet leven in een wereld die door de Islamisten gedirigeerd wordt. Ik wil niet leven in een maatschappij waar alle vrouwen een hoofddoek dragen en alle mannen een lange baard. Die interpretatie van de Islam wijs ik volledig af en ik vind dat we er alles moeten aan doen om ervoor te zorgen dat die strekking zo klein mogelijk blijft.
B.D.L.: Wat kan de overheid daar aan doen?
L.D.L: Vasthouden aan de neutraliteit zoals dat ook in Frankrijk gebeurt, dat zou al een goed begin zijn. En er moeten extra inspanningen geleverd worden om de verschillende gemeenschappen naar elkaar toe te laten groeien. Ik was bijvoorbeeld erg enthousiast over je “Meld Geweld”-campagne tegen homofobie, seksisme en racisme. Het was heel goed dat je duidelijk maakte dat je niet de ene discriminatie kunt bestrijden zonder ook de andere aan te pakken. Gelukkig gebeuren er veel van dit soort acties in Brussel, men beseft het niet altijd maar we zijn hier best wel verwend.
Een anekdote: toen ik de eerste keer mocht optreden op de Gay Pride was ik heel zenuwachtig. Ik was bang dat ze me niet goed zouden vinden of dat ze dingen naar me zouden gooien. Nu, ik stap op dat podium, ik begin te zingen en meteen zie ik iets op me af vliegen. Ik dacht “o, nee. Dat wordt hier een fiasco.” Maar dan draaide ik me om en zag ik dat het een roos was (lacht). Dat is het fijne aan Brussel en de Pride: je ziet er iedereen feesten, welke kleur of achtergrond of geloof ze ook hebben. Het is een zeer efficiënte manier om mensen die haat preken de mond te snoeren.