We zijn nu bijna een week na de rellen in Brussel en ik ben nog altijd boos. Boos op de idioten die het nodig vonden om onze stad kapot te maken. Niet alleen door stadsmeubilair te verwoesten, winkels te overvallen en auto’s in brand te steken. Niet alleen door het imago van onze hoofdstad nog maar eens naar de knoppen te helpen. Maar ook en vooral door een hele groep Brusselaars opnieuw een stempel te bezorgen.

Zonder onderscheid

Want in beide gevallen waren de rellen nog volop bezig of de opmerkingen over de “Marokkanen” of de “vreemdelingen” vlogen al in het rond. Zonder onderscheid te maken tussen de feestende families die blij waren met de overwinning van de Marokkaanse nationale ploeg, de jongeren die zich alleen verzameld hadden om een selfie met hun idool te maken en de criminelen die elke kans aangrijpen om te provoceren, te verwoesten en te stelen.

Alles op één hoop

Alles en iedereen werd op één grote hoop gesmeten. Dit was gesneden brood voor rechts, conservatief Brussel, Vlaanderen, België … Reacties als “we pompen hier al vijftig jaar geld in en dan doen ze dit als dank” waren niet van de lucht. Hun oplossingen? “Zet ze op het vliegtuig.” Of “Maak ze weer bang van de politie.” Ze klonken verontwaardigd en tegelijk zelfvoldaan. Want zij hadden “het” altijd gezegd.

Eerste- en tweedeklasse-burgers

Om klaar en duidelijk te zijn: deze uitspraken gaan compleet in tegen mijn visie op het samenleven in Brussel. We zijn allemaal Brusselaars en er is dus geen wij en zij. Als met “er geld in pompen” bedoeld wordt dat we onderwijs, verzorging, diensten … voorzien, dan gaat dat over basisrechten voor al onze burgers. Hier van de enen dankbaarheid voor vragen en van anderen niet, verdeelt onze inwoners in een eerste en tweede klasse en daar is nog nooit iets goed uit voorgekomen. Burgers moeten de politie natuurlijk respecteren maar ze horen er niet bang van te zijn. En Brusselaars die iets mispeuteren moeten gestraft worden. Maar verbanning hoort daar niet bij.

Indringers

Zolang we de problemen blijven zien als iets dat ons overkomt doordat we met “indringers” te maken hebben, zullen we ze niet kunnen oplossen. De rellen, verwoestingen en diefstallen zijn niet goed te praten en moeten bestraft worden. Maar ze zijn niet het probleem van een “vreemde” groep Brusselaars, ze zijn het probleem van ons allemaal.

Aanspreekbare politie

De oplossing ligt volgens mij in een overal aanwezige en steeds aanspreekbare politie. Waar sommigen zeggen dat er genoeg gepraat is, dat het tijd wordt voor de politie om harder op te treden, denk ik dat het het tegenovergestelde is. Geweld lokt geweld uit. Het zullen de gewone burgers zijn die daar het slachtoffer van zijn. Als agenten weer respect en vertrouwen willen krijgen van de bevolking, dan zullen ze dat ook moeten verdienen. Nee, niet van de criminelen maar wel van alle anderen. Want we moeten hen samen verslaan. Burgers en agenten als partner. Nee, no-go-zones zijn er niet in Brussel. Maar een politiecombi die aan hoge snelheid door je straat raast, zorgt niet voor meer veiligheid. Kent u uw wijkagent? Ik heb de mijne nog nooit gezien. Laat staan dat hij zou weten waar ik van wakker lig, welke problemen ik en mijn buren in onze buurt zien. Maar hoe kan die politie dan preventief ingrijpen, verhitte situaties ontmijnen?

Investeren in scholen

We moeten ons ook afvragen waarom een groep mensen liever afbreekt dan opbouwt “gewoon omdat ze er zin in hebben”. Waarom is er een groep jongeren die zich afkeert van de maatschappij? Ik ken geen enkel kind dat vol haat geboren wordt. We mogen dus niet accepteren dat sommigen, voor ze 15 jaar oud zijn, zich beginnen af te zetten tegen alles en iedereen. Ze haken vaak letterlijk af: maar liefst 14% van de Brusselse jongeren verlaat de school zonder diploma secundair onderwijs. Dat kunnen we toch niet blijven aanvaarden? Het zou te kort door de bocht zijn om de scholen als enigen te taak te geven hun leerlingen maatschappelijk te doen slagen. Maar het is wel de plek waar we al die Brusselse jongeren elke dag kunnen leren samenleven, de voordelen van het sociale contract aan den lijve kunnen laten ondervinden. Zoek ze op, kijk wie het moeilijk heeft en geef hen dan een antwoord op maat. Investeren in onze scholen en onze leerlingen levert Brussel alleen maar winst op.

Buikgevoel

Deze visie is vandaag niet populair. Vele politici versterken liever het buikgevoel van de mensen, gaan voor de makkelijke en populistische verklaringen. Ze weten wel dat ze die niet kunnen / zullen waarmaken. Maar het geeft hen een aura van krachtdadigheid, van iemand die durft zeggen waar het op staat.

Moedige nuance

Ik vind het moediger om toch voor de nuance te gaan, voor de echte oplossingen die onze stad menselijker en leefbaarder kunnen maken. Dat is altijd al moeilijk maar het is door de rellen moeilijker dan ooit geworden. Het ergste is dat de relschoppers, misschien vijf minuten plezier en spanning hebben gekend maar tegelijk hun eigen families, vrienden van op school, kameraden van op straat heel wat extra moeilijkheden hebben bezorgd. De problemen zijn enorm en opnieuw zullen we weken, maanden moeten wachten om echt iets te kunnen doen, om Brussel structureel opnieuw op de rails te kunnen zetten. Daarom ben ik zo boos op de onruststokers.

We laten ons Brussel niet afnemen

Het zal me echter niet tegenhouden om opnieuw en opnieuw en opnieuw te beginnen. Samen met de feestende families, de selfies-nemende jongeren, de winkeliers, politie-agenten, brandweer, … samen met iedereen die Brussel in het hart draagt. We laten ons Brussel niet afnemen. Niet door de criminelen, de relschoppers en de vandalen. En niet door zij die mensen tegen elkaar willen opzetten. Brussel verdient beter.