We leven in een tijd waar mensen hun betrokkenheid of engagement constant tonen, voortdurend bewijzen. Poetin wil de spelen regenboogvrij, een Afrikaans land stemt een homofobe wet, de Franse rechterzijde gaat weer uit de bocht … en meteen vliegen de sterke uitspraken je in 140 twittertekens of boze facebook-updates om de oren.

Terecht natuurlijk want zo komen de verantwoordelijken voor dit soort anti-homo-wetgeving er veel moeilijker mee weg. Alleen blijkt de verontwaardiging die geuit wordt dikwijls zeer vluchtig. Want na de boze tweet blijft het veel te vaak oorverdovend stil. Terwijl engagement het net moet hebben van daden, verandering komt er maar door actie.

Met de Belgian Pride in het vooruitzicht, is het misschien goed van dat eens opnieuw in de herinnering te brengen. Elk jaar opnieuw is de Pride een bonte parade van plezier, openheid en diversiteit. Het is een mars voor mensenrechten en eigenwaarde, een bruisende oproep tot respect voor iedereen die als ‘anders’ bekeken wordt. Het doet deugd om even trots en met net zoveel zelfvertrouwen als onze heteroseksuele vrienden op straat te kunnen komen. Met duizenden mensen lopen we dan door Brussel.

En dus willen daar ook veel politieke partijen bij zijn. Een plekje in de Pride is goed voor het imago. En je weet maar nooit dat je er nog wat extra kiezers vindt. Met toeters en bellen, grote vrachtwagens met luide muziek, vrolijke mensen en flyers, veel flyers …

Politiek engagement tonen op vlak van LGBTQi-rechten is echter meer dan alleen maar vrolijk meemarcheren door de straten van Brussel. Of dat zou het toch moeten zijn. Holebi’s en transgenders worden niet echt geholpen door alleen maar een leuk liedje te laten horen of een gratis condoom uit te delen.

Als je als politieke partij meeloopt in de Pride, teken je eigenlijk een contract met de LGBTQi-gemeenschap. Ga je het engagement aan dat je hun rechten altijd en overal zult verdedigen. En zeg je dat ze je daar ook mogen op afrekenen. Partijen die meelopen in de Pride die kiezen partij voor ons. Niet alleen op straat maar ook, en vooral, in het parlement. Op gemeentelijk vlak, op gewestelijk vlak, op het federale en het Europese niveau: als er gestemd moet worden over wetten en regels die een impact hebben op ons leven of als die wetten en regels in de praktijk omgezet moeten worden.

Misschien moeten we dat opnieuw eens op scherp zetten. Moeten we de foto’s van de Pride wat vaker bovenhalen. Moeten we partijen aan hun Pride-engagement herinneren als er in het parlement beslist moet worden over al dan niet verplichte sterilisatie voor je van geslacht kunt veranderen, als de opname van diversiteitscursussen in de politie-opleiding blijft aanslepen of als er nog eens tevergeefs een man-man-koppel een kindje uit Amerika probeert te adopteren.

Een politicus die niet meestemt voor gelijke rechten voor LGBTQi’s maar zegt “dat dit niet betekent dat hij homofoob is want dat hij elk jaar meeloopt in de Pride”, zou daar niet meer mogen mee wegkomen. Ja stemmen op straat is ja stemmen in het parlement. De rest is flauwekul. Respect en engagement zijn niet enkel een zaak van woorden, hoe mooi, fel of verontwaardigd die ook mogen zijn. Het is een kwestie van doen.

Eerlijk? Ik hoop dat we veel politici zien in de Pride. Van allerlei partijen. En ik hoop dat ze voluit gefilmd, geïnterviewd en gefotografeerd worden. Zodat ik morgen nog veel meer partners vind dan vandaag als onze rechten verdedigt of opgeëist moeten worden. Op mij kan je rekenen. En als je zeker wil zijn, kom dan maar langs: ik ga graag met jou op de foto…