Over de besparingen op onderwijs

De leerkrachten uit het secundair onderwijs zouden een uur per week meer moeten werken voor hetzelfde loon. Toch volgens de krant De Standaard (26/9/2014). De minister zei dat er nog niets beslist was maar tegelijk lieten de onderwijskoepels weten dat dit eigenlijk de enige manier was waarop ze de geplande besparingen van de Vlaamse Regering konden uitvoeren. En dan weet je het wel.

Nu werd het eigenlijk hoog tijd dat de discussie over de werklast en de werkomstandigheden van onze leerkrachten eens gevoerd werd. Het grootste deel van het onderwijzend personeel is daar vragende partij voor. En als ik met die mensen praat, dan merk ik dat zelfs een aantal taboes daarbij kunnen sneuvelen. Maar ze willen wel dat het een evenwichtige oefening is die rekening houdt met de reële werkdruk, die bekijkt in welke omstandigheden ze werkelijk moeten lesgeven en welke middelen ze daarvoor echt ter beschikking krijgen.

Als het dus louter een besparingsoefening moet zijn, dan vertrekken we op verkeerde voet. Zeer ergerlijk was bovendien de toon waarop de discussie in de krant en op de internetfora gevoerd werd. “Wat is een uurtje als je toch maar 20 of 21 uur per week werkt.” Dat was de overheersende teneur. En zo wordt een terechte discussie van bij het begin af aan totaal verziekt.

Ik kom uit een onderwijsfamilie en ik weet dat leraren in werkelijkheid veel, veel, veel meer uren kloppen. Avond na avond zag ik mijn moeder en zie ik mijn man lessen voorbereiden en taken en toetsen verbeteren. Het invullen van de schoolrapporten en de evaluaties van de leerlingen gebeurt ’s avonds op de huiscomputer (omdat die van de school niet beschikbaar is, te traag is of altijd vastloopt). De gezinsuitstapjes die eigenlijk een verborgen lesvoorbereiding zijn, zijn legio (het Vredesmuseum in Ieper is ook voor de rest van het gezin interessant maar het is toch vooral omdat er binnenkort een schooluitstap naartoe gaat dat we er intussen al even binnenspringen). Enzovoort enzoverder …

Het lesgeven zelf is er ook steeds moeilijker op geworden. Niet alleen wordt er (terecht) verwacht dat leerkrachten tegenwoordig op een heel interactieve manier met hun studenten omgaan (maar dat vraagt dus ook veel meer voorbereiding dan gewoon de cursus te overlopen), het publiek dat ze voor zich hebben is vaak ook moeilijker geworden (zeker in een stedelijke omgeving). Maar hoe geef je les aan kinderen die de schooltaal niet in al zijn finesses onder de knie hebben? Wat doe je als je klas uit steeds meer kansarme kinderen bestaat? Onze leraren zijn er niet op voorbereid, kregen dit niet mee in hun opleiding en moeten het zelf dus maar al doende leren.

Ik sta ongelooflijk in bewondering voor al die leerkrachten die dat alles blijven doen. Ik erger me dan ook dood aan zo’n Vlaamse Regering die doet uitschijnen dat de leerkrachten er makkelijk nog “een uurtje” bij kunnen nemen. Het toont vooral aan dat ze de realiteit van die duizenden hardwerkende leraars niet kent.

Eerder dit jaar stond in dezelfde krant nog dat stress, burn-out en depressie de belangrijkste oorzaken zijn van ziekte bij leerkrachten. Een derde van de zieke leraren is om die redenen uitgevallen. Hoog tijd dus om een discussie te houden over werklast voor de leerkrachten. We willen toch allemaal dat onze kinderen les krijgen van enthousiaste en gemotiveerde mensen?

Maar hoe wil je (jonge) mensen warm maken om les te geven als je het pakket weer zwaarder maakt, jonge leerkrachten nog langer in tijdelijke en dus onzekere situaties houdt, aankondigt dat er 1500 plaatsen minder zullen zijn en de ondersteuning nog verder afbouwt?

Volgens mij zal de uitkomst simpel zijn: een uur meer les geven zal een uur minder engagement naar leerlingenraad, groene school, begeleiding, ouders … zijn. En nochtans zijn de verwachtingen van ons allemaal naar de school steeds groter geworden, verwachten we dat kinderen op school ook burgers worden en leer je er op die momenten wellicht evenveel als in de lessen zelf.

Onze maatschappij dreigt er weer een heel stuk armer op te worden. Arm Vlaanderen.