door Frans Crols © Het Pallieterke

>> I apologize but this text is only available in Dutch.

In Brussel strijden twee Vlaamse richtingen om het baasschap. Groen en de Vlaamse progressieven willen los van Vlaanderen en verstrengelen met de Franstaligen in een Brusselse Gemeenschap. Hugo Weckx getuigt voor de traditionele keuze: de sterke relatie tussen de hoofdstad en Vlaanderen. 

Aan de hoofdstedelijke Vlaamse bibliotheek Muntpunt is het drummen om 9.50 uur. De gekleurde medemens overheerst. Stipt om 10 uur openen de deuren van de langgerekte kolom van geleerdheid, de overbuur van het operagebouw De Munt. De studieplekken lopen vol, want het is examentijd. Hugo Weckx is hier thuis. Hij gidst de bezoeker naar een stille vergaderzaal. Weckx was vier jaar gemeenschapsminister voor Volksgezondheid en Brusselse Aangelegenheden (1988-1992) en vier jaar minister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden (1992-1995), en steevast een kampioen van meer en kwalitatieve Vlaamse aanwezigheid in de hoofdstad. Theater, muziek en beeldende kunst blijven zijn hartstochten. De 80-jarige oud-minister woont tussen de KVS en het Kaaitheater en bezoekt de cultuurscène te voet (lacht): “Ook in de late uren. Ik ben geen mannetjesputter en toch, in de 22 jaar in het hart van de stad, ben ik nooit bestolen of lastiggevallen.”

Hugo Weckx belandde in de Kamer van Volksvertegenwoordigers in 1977, het jaar van het Egmontpact, en bleef parlementair tot in 1995: “Het was de drukste periode uit mijn leven. Mijn kinderen, alle vier dochters, hebben daarom niet voor de politiek gekozen. Zij zijn naar goede Vlaamse scholen, zoals Regina Coeli in Dilbeek, gestuurd en mijn vrouw en ik leefden in Brussel als bewuste Vlamingen. Als ik met de kinderen in het centrum op restaurant ging en mijn vrouw of ik beknorden de ober omdat hij geen Nederlands kende of deed alsof geen Nederlands te kennen, dan reageerde mijn kroost: ‘Ach papa en mama, geen incidenten, we zijn hier om te eten.’ (lacht) Ik geef toe, bestendig in gevechtshouding leven, kan op de zenuwen werken en is weinig efficiënt.”

Hugo Weckx is van Vilvoorde en sinds 1936 woont hij ononderbroken in de negentien gemeenten van het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. In Ganshoren bezocht hij het Heilig Hartcollege en als spoorstudent pendelde hij voor de rechten naar Leuven. Hugo Weckx: “België telt 17.000 advocaten, waarvan 8.000 in Brussel; 3.500 Vlamingen en 4.500 Franstaligen. Na de scheiding van de balies groeide het aantal Vlaamse advocaten in de hoofdstad sterk. Ik was in de jaren tachtig verslaggever voor deze kwestie in de Senaatscommissie Justitie en Roger Lallemand was voorzitter. De doorbraak is er toen gekomen in de plenaire vergadering van de Senaat. Psychologisch en praktisch weegt die triomf door tot vandaag.”

Hugo Weckx beleefde de opgang van de Vlamingen in Brussel na de gevolgen van de zware oorlogsjaren met de repressie en de epuratie: “Ik zag de verandering, van een Fransdolle stad naar de internationale stad van nu. Als men mij vraagt of ik een Brusselse Vlaming of een Vlaamse Brusselaar ben, dan antwoord ik dat ik geen verschil zie tussen beide, het gaat om nuances. De karakterisering Brusselse Vlaming gaat misschien iets sterker op voor de bovenlaag. Vlaamse Brusselaar past bij de volkse Vlaming van de negentien gemeenten. De laatste tien jaar zie ik een verandering door de grote inwijking van Nederlandstaligen die werken voor kmo’s of voor internationale bedrijven en die vaak vrijgezel zijn of doen alsof. Hun talen zijn het Nederlands en het Engels en zij wortelen anders in Brussel dan een geboren Brusselse Vlaming zoals ik. Aan hun Vlaming-zijn laten zij zich weinig of niks gelegen.”

‘t Pallieterke: een progressieve stroming in Brussel wil de hoofdstad loshaken van Vlaanderen?

Hugo Weckx: “Ik zie die strekking en zij jaagt mij vrees aan. Of wij confederaal gaan na 2019 of deelstatelijk georganiseerd blijven, maakt niets uit voor mijn standpunt over Brussel. Die stad mag Vlaanderen nooit, nooit opgeven. Op de 700.000 werknemers in Brussel zijn er vandaag 231.000 Vlamingen en niet alleen ambtenaren, ook in de privésector, om maar dat als element te noemen. De jongste stroming is kind van progressieve Vlaamse partijen in Brussel die pleiten voor een Brusselse Gemeenschap en veralgemeend meertalig onderwijs. Die visie versterkt de antibeweging in Vlaanderen tegen Brussel. Ik citeer Daniël Buyle, die recentelijk de thematiek publiek aangekaart heeft: “Als de Vlaamse Brusselaars de band met de Vlaamse gemeenschap lossen of doorknippen, dan spuwen zij in de hand van de Vlamingen en zagen zij de tak af waarop zij zitten.” Die samenvatting van zijn discours zag ik niet in de verslaggeving van de Vlaamse kranten en dat is vreemd. De politieke verdeeldheid over het kerntakendebat tussen Vlaanderen en Brussel is verontrustend. Welk van de twee kampen wint – de autonomisten of de verbondenen met Vlaanderen -, is essentieel. Daniel Buyle interviewde mij jaren geleden voor BRT en toen bleek reeds dat hij een sterke band tussen Vlaanderen en het Hoofdstedelijk Gewest wil en ik steun hem daarin, toen en nu. Minister Pascal Smet (sp.a) dobbert bij de strekking die Vlaanderen wil lossen ten voordele van een Brusselse Gemeenschap. Bruno de Lille van Groen is haar sterkste pleitbezorger. Een gemengde lijst Groen-Ecolo die een meerderheid verwerft in het Brussels Parlement zou een ramp zijn voor de Vlamingen.”

‘t Pallieterke: hoe moet het verzet tegen de verbrusselaars vorm krijgen?

Hugo Weckx: “De Vlamingen hebben een gewaarborgde vertegenwoordiging van 17 zetels in het Brussels Parlement. Ik pleit om die te bezetten voor het pro-Vlaanderenstandpunt met een kartel van N-VA-Brussel en CD&V-Brussel en parlementairen als de N-VA’ers Johan van den Driessche en Karl Vanlouwe en de CD&V’ers Paul Delva en Bianca Debaets. Dat kartel zou handelen los van wat er nationaal tussen de twee partijen gebeurt. Het Brusselse CD&V-N-VA-kartel kan steun vinden bij Open Vld voor een meerderheid bij de 17 zetels. Guy Vanhengel is een sociale liberaal en voorstander van het Nederlandstalig onderwijs. Ik ben ongerust als hij en Annemie Neyts politiek verdwijnen. Wat bindt de jonge generatie, bijvoorbeeld de donkerblauwe Els Ampe, met Vlaanderen? Groen in tandem met een Vlaams profiellozer Open Vld in Brussel is problematisch. Bruno de Lille en Groen verdedigen een Brusselse Gemeenschap omwille van de macht en mikken op de Nederlandstaligen in Brussel die niet met Vlaamse zaken bezig zijn. Groen redeneert: die stemmen belanden na een verbrusseling bij ons. Het was ooit anders bij de Vlaamse ecologisten in de hoofdstad. De bevoegdheden van Vlaanderen in Brussel voor persoonsgebonden materies als welzijn, gezondheid, media, onderwijs en cultuur, in 1975, zijn er gekomen met de hulp van Dolf Cauwelier, een groene met een Vlaamse reflex. Als Brussel de band lost met Vlaanderen wordt al wat de Vlamingen daar opbouwden binnen tien jaar weggespoeld.”

‘t Pallieterke: volgt u het pleidooi om Brussel officieel drietalig te maken, met naast het Frans en het Nederlands ook het Engels?

Hugo Weckx: “De Vlamingen blijven terecht fier op hun brede talenkennis en die bezitten zij tot op vandaag. Door het meer internationale Brussel staat het Nederlands weliswaar onder druk. In de Europese Unie zakte het Nederlands als belangrijke taal naar de zesde of de zevende plaats. Het Pools stak ons voorbij. De toevoeging van het Engels als officiële taal in Brussel is de stelling die professor Philippe van Parijs verdedigt, zelf is hij perfect drietalig. (geamuseerd) Hij huwde met de dochter van een Vlaamse eerste schepen van Sint-Jans-Molenbeek, Richard van Landuyt, dus, hij kent de verzuchtingen van de Brusselse Vlamingen van nabij. Van Parijs is een charmante en geleerde man, maar zijn zienswijze verwerp ik volledig. De huidige taalwetten moeten onaangetast blijven bestaan. Ons plan als CD&V was om hun toepassing sterker te regelen, maar dat is tot dusver niet gelukt. Door de internationalisering moet het statuut van het Nederlands door dik en dun verdedigd worden, vandaag meer dan ooit. Als men aan het bestaande wankele evenwicht het Engels toevoegt, dan verdwijnt het Nederlands op termijn. Studies van de VUB tonen aan dat het Nederlands vandaag de tweede taal geworden is in winkels en in restaurants. Geef het Engels in Brussel een officiële vinger en dan groeit het snel tot een stevige arm die het Nederlands onder water duwt.”

‘t Pallieterke: drukt Jan Goossens zijn strategie van het stadstheater door?

Hugo Weckx: “Ik ben een regelmatige bezoeker van De Munt, Bozar en de KVS. Ik ken die wereld goed, want was erbij betrokken als minister, voorzitter en bestuurder. De Vlamingen zijn in de Brusselse cultuurwereld prominent aanwezig, met talenten als Peter de Caluwé, Paul Dujardin en Jan Goossens. Ik was bijvoorbeeld bestuurder van de KVS en Jan Goossens arriveerde daar onder de hoede van Franz Marijnen. Directeur Goossens trok de KVS open naar de talrijke Congolezen, Burundezen en Rwandezen in Brussel en hij initieerde later een theaterfestival in Kinshasa. Mijn visie was dat de KVS een groot Vlaams theater was en moest blijven en bij voorrang belang diende te hechten aan het traditionele grote repertoire met Vondel, Shakespeare, de grote Grieken, Duitsers en Fransen. Jan Goossens droomde van de KVS als een typisch stadstheater en repliceerde steeds op mijn standpunt, ik speel de huidige canon, het huidige repertoire, wat ik eenzijdig blijf vinden. Jan Goossens heeft meer publiek gelokt naar de KVS. Traditioneel kwam 65 procent van de toneelliefhebbers uit Vlaams-Brabant en 35 procent uit Brussel; dat is gekanteld naar 65 procent uit Brussel en 35 procent uit Vlaams-Brabant. Ik heb niks tegen nieuw publiek en de invloed van jonge mensen en ik kijk benieuwd naar Michael de Cock van t,Arsenaal in Mechelen, die Jan Goossens in 2016 zal vervangen. Ik verkies een sterkere samenwerking tussen de Vlaamse theaters KVS, Toneelhuis en NTG en hoop die sterker te zien opereren als een draaimolen voor producties van bijvoorbeeld Ivo van Hove, om slechts hem te noemen.”

‘t Pallieterke: de Beursschouwburg bestaat vijftig jaar…

Hugo Weckx (verheugd): “Renaat van Elslande huurde als minister van Cultuur het gebouw en nadien volgde de aankoop. Naast de KVS vonden de Brusselse Vlamingen dat er een tweede platform nodig was. Vergeet niet dat er een grote brand had gewoed in de KVS. Het theater kreeg vier seizoenen lang onderdak in de Beursschouwburg. Ik keek op naar Van Elslande en ik ben door hem in 1964 als vernieuwer opgekomen op de CVP-lijst van Sint-Agatha-Berchem. Ik werd in 1972 voorzitter van de Nederlandse Commissie voor de Cultuur van de Brusselse agglomeratie en steunde de Beursschouwburg ten volle. Het was het kraambed van Mallemunt, Bronks en cultuurscheppers als Jari Demeulemeester, Jan Fabre, Ivo van Hove en Jan de Corte. De geschiedenis van de Beursschouwburg loopt gelijk met de groei van de Brusselse laagstad tot een Vlaams theaterdistrict.”

‘t Pallieterke: wat leert u Muntpunt, de vroegere Vlaamse stadsbibliotheek en vandaag een communicatiecentrum met boeken, multimedia, vergaderzalen en een Grand Café voor iedereen?

Hugo Weckx: “Muntpunt is pure reclame, op een zachte en niet-opdringerige manier, voor Vlaanderen en de cultuur van Vlaanderen in Brussel. Deze plek is geconcentreerde Vlaamse kwaliteit, denk aan deBuren aan de overzijde van De Munt, de opera zelf met Peter de Caluwé en dit huis. Muntpunt lokt een breed studentenpubliek, met ook tal van vreemdelingen en die stellen vast wat wij kunnen en betekenen. In het hoger onderwijs in Brussel werden in 2014 ruim 24.000 Vlaamse studenten ingeschreven en betoelaagd en 60.000 Franstalige studenten. Rond Odisee, een nieuwe alliantie van Vlaamse hogescholen en universitaire centra, is een schaalvergroting en een sterke marketing bezig. Odisee is een tweede krachtpatser naast de VUB met haar 12.000 studenten. Geloof mij, Vlaanderen is Brussel nog lang niet kwijt.”

Het hele artikel lees je hier: https://pallieterke.net/2015/05/praten-met-hugo-weckx/