De mobiliteitsordonnantie is een feit sinds 5 maart 2013. Deze zal het mobiliteitsbeleid in het Gewest de volgende jaren drastisch veranderen.
Iedereen weet dat de 19 Brusselse gemeenten tot nu toe hun eigen mobiliteitspolitiek voerden en dat ze daarbij weinig aandacht hadden voor de impact van hun beslissingen op andere gemeenten of gewest. Fietspaden die plots ophielden aan de gemeentegrens, bussen en trams die – verschillend van gemeente tot gemeente – dan weer niet en dan weer wel in eigen bedding kunnen rijden, enz. Het gewest had tot nu toe niet de wettelijke middelen in handen om daartegen te kunnen optreden.
Tijdens de federale onderhandelingen voor de 6de staatshervorming hebben we echter het principe kunnen laten goedkeuren dat het Gewest de grote lijnen zal uitzetten van het mobiliteitsbeleid in Brussel én dat de gemeenten zich daarnaar moeten schikken. Als het gemeentelijk mobiliteitsplan de richtlijnen van het Gewest niet volgt, wordt het vernietigd en zal het Gewest een plan maken in de plaats van de gemeente. Dit zal toelaten dat er eindelijk een samenhangend mobiliteitsbeleid gevoerd wordt in het gewest én de gemeenten.L’ordonnance de mobilité est une réalité depuis le 5 mars 2013. Elle modifiera drastiquement la politique de mobilité dans la Région au cours des prochaines années.
Tout le monde sait que les 19 communes bruxelloises ont jusqu’à présent mené leur propre politique de mobilité et qu’elles avaient en ce faisant peu d’attention pour l’impact de leurs décisions sur d’autres communes ou sur la Région. Des pistes cyclables qui s’arrêtaient soudainement aux frontières communales, des bus et des trams qui – d’une commune à l’autre – peuvent rouler en site propre ou pas, selon le cas, etc. Jusqu’à présent la Région ne disposait pas des moyens légaux pour intervenir contre pareilles situations.
Pendant les négociations fédérales pour la 6ème réforme d’État, nous avons cependant pu faire approuver le principe suivant: la Région fixera les grandes lignes directrices de la politique de mobilité à Bruxelles et les communes devront s’y adapter. Si le plan de mobilité communal ne respecte pas les lignes directrices de la Région, il sera annulé et la Région rédigera alors un nouveau plan à la place de la commune. Ceci permettra de mener enfin une politique de mobilité cohérente au sein de la Région et des communes.