imagedoor Kristof Hoefkens © De Standaard

Bruno De Lille is Groen-politicus en Brusselaar. Maar hij is vooral héél kwaad. Vandaag gaf Guy Vanhengel (Open VLD) uitleg over de Vlaamse besparingen in Brussel. ‘Het is een schande! Vlaanderen laat Brussel los.’

U schopt wild om zich heen, meneer De Lille?

‘Helemaal niet. Ik stel vast dat Guy Vanhengel zich voor de verkiezingen ‘200 procent Brusselaar’ noemde, maar nu zomaar alle Vlaamse besparingen slikt. Voor de verkiezingen werd de VGC (het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de ‘regering’ van de Vlamingen in Brussel, red.) nog ontzettend belangrijk genoemd. Nu zegt hij over besparingen van 2,5 miljoen euro, op een totaal budget van 47 miljoen, dat het ‘geen drama’ is. Vanhengel moet als voorzitter van de VGC de Brusselaar verdedigen, niet zomaar overstag gaan voor wat Vlaanderen beslist. Nu ja, hij doet dat natuurlijk omdat Open VLD in Vlaanderen in de meerderheid zit.’

De VGC wordt gebruikt om aan partijpolitiek te doen, vindt u?

‘Dat is wel heel duidelijk. Zie maar hoe de N-VA, nochtans in de oppositie in Brussel, plots Vanhengel begint te steunen. Mijn collega Annemie Maes (en fractieleider voor Groen in het Brussel parlement, red.) zei het na vanochtend: “Er leek wel een meerderheidspartij bijgekomen.” Niet alleen Vanhengel doet aan partijpolitiek, trouwens. Kijk naar CD&V. Paul Delva die zegt dat we moeten ‘aanvaarden wat is’. Waarom heb je dan de steun gevraagd van de Brusselse kiezer, als dat je houding is? Dat begrijp ik niet.’

Op twitter formuleerde u het iets straffer. CD&V zegt volgens u aan de Brusselse kiezer: ‘De pot op.’

‘Zo is het toch? We zijn hier verkozen, in Brussel, niet in Vlaanderen. En dus moeten we doen wat best is voor de Brusselaars. Dat gebeurt absoluut niet: nergens moet er steviger bespaard worden dan in Brussel. En volgens mij is dat een ideologische keuze. Als ik kijk naar de grote cultuurinstellingen die ontzien worden bij de besparingen van Sven Gatz (Open VLD), dan valt me op dat zes van de acht in Antwerpen gelegen zijn. En als politicus geloof ik niet in toeval. Waarom worden de Brusselse instellingen, die qua grootte en uitstraling zeker naast de Antwerpse kunnen staan, zo hard getroffen?’

Als u zegt dat de besparingen ‘ideologisch’ zijn, dan bedoelt u: Vlaanderen wil van Brussel af?

‘Absoluut. Hoe kan je anders verklaren dat in Brussel hard moet bespaard worden, terwijl er wél geld wordt vrijgemaakt om een culturele vuurtoren te bouwen in Ruisbroek? (Zie De Standaard van vanochtend. http://www.standaard.be/cnt/dmf20141002_01300796) Wil men de Vlaamse Brusselaars naar daar lokken? Of wil men voorkomen dat Vlamingen ooit in Brussel komen en dat ze daar zouden zien dat het eigenlijk wél een mooie stad is? Ik voorspel u: de afstand tussen Brussel en Vlaanderen zal na vijf jaar van deze regering ontzettend groot geworden zijn. En dat is ook exact de bedoeling.’

Een domme keuze, vindt u?

‘De domste keuze die men kan maken. Er zijn de laatste jaren en decennia heel wat middelen gevloeid naar bijvoorbeeld Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Het gevolg: ook mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben, volgen les in het Nederlands. Daardoor is de positie van het Nederlands gevoelig verbeterd. Steeds meer Brusselaars zijn tweetalig. Of neem de culturele instellingen die heel wat weerklank hebben. Aan Franstalige zijde wordt er met jaloezie gekeken naar de dynamiek die de Nederlandstalige instellingen losmaken. En dat gaat men nu op korte termijn de kop indrukken. Ik word er kwaad en emotioneel van.’

Ik merk het. Zal u ook iets ondernemen?

‘Wij zullen het middenveld mobiliseren. Dit kunnen we niet over onze kant laten gaan. De Vlaamse regering is in onze rapen aan het schijten. We mogen geen vijf jaar wachten om te reageren. We moeten nú handelen. En gelooft u me: ik spreek hier niet als politicus van Groen die aan partijpolitiek wil doen, tegen Open VLD of andere partijen. Ik spreek hier als Brusselaar die niet wil dat we in de zak worden gezet. En dat is nu wel aan het gebeuren.’

Het hele artikel vind je hier: http://www.standaard.be/cnt/dmf20141003_01301344